AHT Cooling Systems GmbH
9.1 Alarminstallatie
Aan de achterzijde van de (-) apparaten bevindt zich een
connector voor de verbinding met een externe alarm-
installatie. De potentiaalvrije contacten kunnen met een
veiligheidslaagspanning van max. 24 V/2 A worden belast.
Wanneer de toegestane afwijking van de ingestelde nominale
temperatuur
wordt
contactpaar 3 en 6 en het contactpaar 3 en 5 opent.
Nadere informatie over aanvullende mogelijkheden voor
de afstandsbewaking ontvangt u bij uw vakhandelaar.
3
2
6
5
Aansluitbezetting van de bus voor de alarminstallatie
(weergave van de achterzijde van het apparaat)
Een passende stekker is als toebehoren leverbaar.
10 Onderhoud, ontdooien en reiniging
10.1 Onderhoud
Netaansluitkabels voor koelsysteem en licht kunnen
alleen door de servicedienst van de fabrikant worden
vervangen.
LET OP: Apparaten niet boven 70°C (158°F) verhitten
en niet aan bovenmatige hitte-inwerking blootstellen
(verwarmings toestellen e.d.)!
De apparaten zijn grotendeels onderhoudsvrij.
Een sterke ijsvorming aan de binnenwanden van de
vrieskast kan tot vermogensdaling en een afwijkende
temperatuurweergave leiden.
Afhankelijk van de ijsvorming binnenin de vrieskast dient
van tijd tot tijd (normaal gesproken meerdere keren per
jaar) de rijplaag te worden ontdooid, wanner deze meer
dan ca. 10 mm dik is. De ijsvorming is hoofdzakelijk
afhankelijk
(luchtvochtigheid) en van het gebruik (veelvuldig openen
of openstaande deksels).
Dunne ijslaagjes dienen één keer per week met de
meegeleverde
afgekrabd.
10.2 Ontdooi-aanwijzing
Voor apparaten met automatische ontdooiing (AD, automa-
tische Abtauung): Mocht er na een ontdooiing water onder
het apparaat komen te staan, controleer dan de dichtheid
van de dooiwaterbak.
10.2.1 Apparaten met mechanische
temperatuurregelaar
(Zie hoofdstuk 8.1)
LET OP: De ijs- en rijplaag mag niet met spitse
voorwerpen of gereedschappen worden afgekrabd of er
worden afgeslaan! Gevaar voor beschadigingen aan de
binnenwanden!
Spuit niet met hogedrukreinigers (stoomreinigers) in de
machine- en opslagruimte!
Producten in andere apparaten opbergen
Apparaat
door
uitschakelen
overschreden
(warmer),
1
4
van
de
omgevingsomstandigheden
kunststof
ijskrabber
middel
van
Defrost
Deksel openen of er afnemen
Apparaat laten ontdooien
Dooiwater met natzuiger opzuigen, met zuiglappen resp.
spons opdrogen en of indien er een dooiwaterafvoer
aanwezig is, voor het openen van de afvoerdop een
bakje onder de afvoer plaatsen en het smeltwater door
sluit
het
de dooiwaterafvoer aflaten.
Het apparaat droogwrijven, de binnenruimte hierbij
reinigen en indien aanwezig, de dooiwaterafvoer sluiten.
Defrost schakelaar weer inschakelen
Deksel sluiten, diepvriesapparaten ca. 1 - 2 uur laten
afkoelen en producten er weer inleggen
Apparaten met elektronische
10.2.2
temperatuurregelaar
(Zie hoofdstuk 8.2)
LET OP: Vrieskast NOOIT spanningsloos schakelen.
Voor het ontdooien NIET de netstekker van de vrieskast
uit het stopcontact trekken. Een ontkoppeld apparaat
leidt altijd tot een storing in het gehele bussysteem!
Producten in andere apparaten opbergen
Voor het deactiveren kort de toets Standby/Reset
indrukken. In het 7-segmentdisplay verschijnt permanent
"---". De ontdooifase is gestart. Bij ontdooiing wordt het
koelsysteem onmiddellijk uitgeschakeld.
Deksel openen of er afnemen
Apparaat laten ontdooien
Om het binnengedeelte bij de apparatuurtypen (S) en (U)
te reinigen, moeten de bodemroosters van het productrek
en de luchtkanalen van aluminium uit de vrieskast
worden verwijderd. Hierbij bestaat de mogelijkheid om het
metalen deel boven de compressoreenheid voor
reinigingsdoeleinden omhoog te klappen.
Dooiwater met natzuiger opzuigen, met zuiglappen resp.
spons opdrogen en of indien er een dooiwater afvoer
aanwezig is, voor het openen van de afvoerdop een
bakje onder de afvoer plaatsen en het smeltwater door
de dooiwaterafvoer aflaten.
Het apparaat droogwrijven, de binnenruimte hierbij reinigen
te
worden
en, indien aanwezig, de dooiwaterafvoer afsluiten.
Bij de apparatuurtypen (S) en (U) de luchtkanalen van
aluminium, de bodemroosters en de verwijderde product
rekken weer aanbrengen.
Na beëindiging van het ontdooien en het uitvoeren van
de reinigingsbeurt van het apparaat moet het koel-
systeem van het apparaat weer worden geactiveerd.
Hiervoor nogmaals kort op de toets Defrost drukken.
In het 7-segmentdisplay verschijnt weer de actuele
binnen temperatuur van het apparaat. De ontdooifase is
beëindigd.
Deksel sluiten, diepvriesapparaten ca. 1 - 2 uur laten
afkoelen
Gehaktapparaten 4 à 5 uur (vanwege de nauwe wettelijke
grenzen van het temperatuurbereik voor de bewaring van
gehakt) aan de gewenste binnentemperatuur aanpassen
en de producten er weer inleggen.
schakelaar
56
en
producten
er
weer
inleggen.