Onderhoud en reiniging
10 .
10.1. Routinematig onderhoud
WAARSCHUWING: Gebruik geen smeermiddelen op dit apparaat of enige van de bijbeho-
rende accessoires.
VOORZORGSMAATREGEL: Vervang de canule regelmatig. Raadpleeg uw leverancier of arts om
te bepalen hoe vaak de canule moet worden vervangen.
Het apparaat zal met een alarm aangeven wanneer een filter of apparaat moet worden gerein-
igd of vervangen. (Zie ook hoofdstuk 9. Problemen Oplossen.)
BELANGRIJK: De canule en het patiëntfilter kunnen verontreinigd raken door de patiënt, ga voor-
zichtig te werk bij het hanteren van deze onderdelen.
10.2. Buitenkant reinigen
WAARSCHUWING: Dompel dit apparaat niet onder in vloeistoffen. Niet blootstellen aan wa-
ter of neerslag. Niet blootstellen aan stoffige omstandigheden.
VOORZORGSMAATREGEL: Gebruik geen andere reinigingsmiddelen dan de middelen die in
deze handleiding worden gespecificeerd. Laat de reinigingsoplossing voorafgaand aan het ge-
bruik opdrogen op het gereinigde oppervlak.
VOORZORGSMAATREGEL: Koppel dit apparaat voorafgaand aan de reiniging altijd los van de
NL
voeding en schakel het uit.
Reinig de buitenkant met een zachte doek die lichtjes is bevochtigd met zeepwater of met an-
tibacteriële doekjes (oplossing van 70% isopropylalcohol).
BELANGRIJK: De buitenkant van het apparaat moet wekelijks worden gereinigd, accessoires moe-
ten indien nodig worden gereinigd. Het toestel dient extern gereinigd te worden voordat deze wordt
uitgeleverd aan een nieuwe patient. De buitenkant van het toestel moet ook schoon gemaakt wor-
den, alvorens deze aan een nieuwe patient word uitgeleverd waarbij tevens opgemerkt dient te wor-
den dat het wisselen van de patient uitgangs filter aangeraden wordt.
Neus cannule: Raadpleeg de originele gebruikshandleiding voor het schoonmaken van de
neus cannule.
10.3. Accessoires reinigen
• Raadpleeg de instructies van de fabrikant van de oorspronkelijke canule voor het reinigen
van de neuscanule.
BELANGRIJK: De neusbril dient verniewd te worden zodra deze aan een nieuwe patient wordt uit-
geleverd.
10.4. Gebruiksduur
De verwachte gebruiksduur van het apparaat is 5 jaar, met uitzondering van de zeefbedden.
De gebruiksduur van de zeefbedden is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Vervang
ze indien nodig, dit wordt door het alarm die de luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen contro-
leren aangegeven. Als de luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen niet zijn geblokkeerd en het
alarm luchtinlaat- en luchtuitlaatopeningen controleren blijft aanhouden, neem dan contact
op met uw leverancier voor instructies voor het vervangen van de zeefbedden.
Reparatie en afvoer van het apparaat
11 .
11.1. Reparatie
Probeer het apparaat niet te repareren. Neem contact op met uw zorgverlener of leverancier
voor ondersteuning (zie hoofdstuk 9. Problemen Oplossen).
11.2. Afvoer
• Neem contact op met uw leverancier voor de afvoer van het apparaat.
• Voer de batterij af volgens de lokale voorschriften of neem contact op met uw leverancier.
86/185