vastklikt. Zorg dat de beugel en de weergave-eenheid stevig op hun plaats komen te
zitten door de bouten op de beugel Cb vast te draaien.
5.
Schakel de weergave-eenheid IN door op de aan/uit-knop te drukken
de gebruikersinterface wordt geladen, is er een rechtstreeks beeld beschikbaar als er
een Ambu-weergaveapparaat is aangesloten.
6.
Controleer het batterij-indicatielampje
wanneer de gebruikersinterface verschijnt E . De kleur van het batterijpictogram geeft
het batterijniveau aan. Het wordt aanbevolen om de weergave-eenheid op te laden als
het batterijpictogram oranje of rood is.
3:00
Groen = Batterijniveau > 40%
= Bezig met opladen
Laad de weergave-eenheid zo nodig op door de stekker in het stopcontact te steken en
de voedingsstekker in de voedingsingang aan de achterkant van de weergave-eenheid
te steken. Er verschijnt een bliksempictogram
scherm wanneer de weergave-eenheid wordt opgeladen. Controleer of de voeding
aanwezig is en goed werkt. Het wordt aanbevolen om het dichtstbijzijnde stopcontact te
vinden voordat u met een ingreep begint.
7.
Er kan een externe monitor op de HDMI- of SDI-poort aan de achterkant van de
weergave-eenheid worden aangesloten. USB-poorten voor het exporteren van
bestanden of voor software-updates bevinden zich aan de zijkant (zie hoofdstuk 2.3).
Lees de handleiding van de externe apparatuur voor meer informatie. F
Sluit om het risico van een elektrische schok te voorkomen, uitsluitend hulpapparatuur aan
die als medische elektrische apparatuur is goedgekeurd.
8.
Sluit het Ambu-weergaveapparaat op de weergave-eenheid aan door de kabelconnector
in de bijbehorende connectorpoort te steken. Zorg dat de kleuren overeenkomen en dat
de pijlen zijn uitgelijnd G .
9.
Controleer of er een rechtstreekse video op het scherm wordt weergegeven door het
distale uiteinde van het Ambu-weergaveapparaat naar een object te richten,
bijvoorbeeld uw handpalm. Zorg dat het rechtstreekse beeld de juiste richting heeft H .
4.3. Installatie, voorbereiding en gebruik van het Ambu-
weergaveapparaat
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het betreffende weergaveapparaat.
4.4. De weergave-eenheid bedienen
Rechtstreekse weergave
Wanneer de gebruikersinterface verschijnt, is het tabblad Rechtstreekse weergave
en wordt er een rechtstreeks beeld weergegeven. Het actieve tabblad in de werkbalk wordt
altijd groen gemarkeerd. De werkbalk bevindt zich altijd aan de linkerkant van de interface.
Werkbalk
Recht-
streekse
weergave
is actief
1:45
in de linkeronderhoek van het scherm
0:45
Oranje = Batterijniveau
< 40%
in het batterij-indicatielampje op het
D . Terwijl
0:25
Rood = Batterijniveau <
20%
actief
269