VOORZORGSMAATREGELEN
1.
Gebruik geen fenolhoudende stoffen om het product te reinigen. Fenolen
veroorzaken voortijdige slijtage en degradatie van de materialen, wat resulteert in
een kortere levensduur van het product.
2.
Verwijder na het reinigen onmiddellijk alle reinigingsmiddelresten uit het
beademingsapparaat, aangezien resten voortijdige slijtage kunnen veroorzaken of
de levensduur van het product kunnen verkorten.
3.
Het beademingsapparaat nooit foutief opgevouwen opslaan, anders zou de ballon
permanent kunnen vervormen, wat de beademingsefficiëntie kan verminderen.
4.
Observeer altijd de beweging van de borstkas en luister of u de expiratoire stroom
uit de patiëntklep hoort om de beademing te controleren. Schakel onmiddellijk
over op mond-op-mondbeademing als beademing met het beademingsapparaat
niet mogelijk is.
5.
Probeer de patiëntconnector niet los te koppelen van de patiëntklep, omdat deze
permanent is aangesloten en demontage kan leiden tot schade aan en storingen
van het apparaat.
6.
Probeer het beademingsapparaat niet verder uit elkaar te halen dan beschreven in
deze instructies, vanwege het risico van beschadiging en storingen van het apparaat.
7.
Raadpleeg indien van toepassing de verpakking van het accessoire voor specifieke
informatie over het betreffende accessoire, aangezien onjuiste hantering kan
leiden tot storingen van het gehele product.
8.
Het gebruik van producten van derden en zuurstoftoedieningsapparatuur (bijv.
filters en inademkleppen) met de Ambu Mark IV kunnen de prestaties van het
product beïnvloeden. Raadpleeg de fabrikant van het apparaat van derden om
de compatibiliteit met de Ambu Mark IV te controleren en informatie te
verkrijgen over mogelijke prestatiewijzigingen.
150
9.
Houd onderdelen van hetzelfde apparaat altijd bij elkaar tijdens de herverwerking
om te voorkomen dat onderdelen met een verschillende duurzaamheid opnieuw in
elkaar worden gezet, wat het risico op productdefecten tot gevolg kan hebben.
10. Volgens de federale wetgeving in de VS mag dit apparaat uitsluitend door of op
voorschrift van een bevoegde zorgverlener worden verkocht.
1.8. Mogelijke bijwerkingen
Mogelijke bijwerkingen in verband met beademing (niet uitputtend): barotrauma,
volutrauma, hypoxie, hypercarbie en aspiratiepneumonie.
1.9. Algemene opmerkingen
Als tijdens het gebruik van dit apparaat of als gevolg van het gebruik ervan een ernstig
incident is opgetreden, meld dit dan aan de fabrikant en uw nationale autoriteit.
2. Beschrijving van het apparaat
De Ambu Mark IV kan worden aangesloten op de Ambu® Disposable manometer, de Ambu
PEEP-kleppen en de Ambu-beademingsmaskers, evenals andere ademhalingsaccessoires
die voldoen aan EN ISO 5356-1 en EN ISO 13544-2.
3. Toelichting op de gebruikte symbolen
Symboolindicatie
Beschrijving
Volwassene
Beoogde ideale lichaamsmassa van meer dan 15 kg.
15 kg