Nederman VAC 12/20 Manual De Instrucciones página 233

de schokkerigheid en onregelmatigheid van het pompgeluid kan storend zijn.
Gebruik eventueel een antipiekcontrole om het pompen te voorkomen. Zie
Paragraaf '4.2.1 Optioneel: Antipiekcontrole' voor meer informatie.
5.6 VAC 20: Schakelaars lagertemperatuur
Het circuit slaat door bij temperaturen van hoger dan 110 °C (230 °F) en de
unit wordt stopgezet. Thermisch doorslaan resulteert in een foutindicatie
in de startapparatuur. Afbeelding 7 toont het circuitdiagram voor de
oververhittingstop voor de lagers op VAC 20. Het circuit in de start- en
regelunit vereist een handmatige reset. Het voltage mag niet meer bedragen dan
24 V.
5.7 Optioneel: Persluchtschakelaar
Er kan een optionele schakelaar voor perslucht gemonteerd worden in de
vacuüm-unit om te verhinderen dat deze start zonder toevoer van perslucht.
Indien er geen luchttoevoer is dient dit te resulteren in een foutindicatie in de
start- en regeleenheid.
Voor elektrische koppelingen raadpleegt u Afbeelding 7 en de handleiding van
de start- en regelunit. De schakelaar voor perslucht wordt in serie gekabeld met
de thermische zekering. Gebruik een doorverbinding om de terminals aan te
sluiten wanneer geen schakelaar voor perslucht wordt gebruikt.
5.8 Optioneel: Antipiekcontrole
In Afbeelding 16 zijn de hoofdonderdelen van de antipiekcontrole te zien. Dit
zijn de volgende:
1. demper.
2. Klep TVS 76. artnr. 40144140.
3. Regelmotor. 24 V AC, artnr. 40145203.
4. Kabel.
5. Stroomomvormer. 100/1 A, artnr. 40750300.
6. Universele relais. 24 V AC, artnr. 40721820.
7. Stroomwaarnemende relais, 2 units MAX en MIN. 24 V AC,
artnr. 40741500.
Afbeelding 17 toont de huidige omvormer in de start- en regelunit. De lokatie
kan verschillen al naargelang de afmeting van de start- en regelunit. Fase L1
loopt door de omvormer.
Afbeelding 18 toont de TVS 76 klep die zich op de opstartklep aan de
ventilatorinlaat bevindt. De motor- en tandwielkast kan in beide richtingen
lopen om de klep te openen of sluiten.
De relaiskast, Afbeelding 19, bevindt zich normaal gesproken aan de
inlaatzijde van de vacuümunit.
VAC 12/20 NL
233