Descargar Imprimir esta página

Grundfos SL1 Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento página 330

Ocultar thumbs Ver también para SL1 Serie:

Publicidad

8.2 Pompregelaars
SL1 en SLV pompen kunnen met de volgende Grundfos pompre-
gelaars worden verbonden voor niveauregeling:
LC regelaars zijn voor 1-pompsinstallaties en LCD regelaars zijn
voor 2-pompsinstallaties.
LC 107 en LCD 107 met belvormige niveaumelders
LC 108 en LCD 108 met vlotterschakelaars
LC 110 en LCD 110 met elektroden
Grundfos DC en DCD.
Voor nadere informatie over regelaars raadpleegt u de installatie-
en gebruiksinstructies voor de geselecteerde regelaar of gaat u
naar www.grundfos.com.
8.3 Thermische schakelaar, PT1000 en PTC-thermistor
Alle SL1 en SLV pompen zijn voorzien van een thermische bevei-
liging die is opgenomen in de statorwindingen.
Pompen zonder sensor
Pompen zonder sensor zijn voorzien van een thermische schake-
laar of een PTC-thermistor. Via de veiligheidskring van de pomp-
regeling zal de thermische schakelaar de pomp uitschakelen door
de kring te verbreken bij te hoge temperaturen (ca. 150 °C).
De thermische schakelaar zal de kring na afkoelen weer sluiten.
Bij pompen die zijn voorzien van een PTC-thermistor, sluit u de
thermistor aan op het PTC-relais of de I/O-module om het circuit
te onderbreken bij 150 °C.
De maximale bedrijfsstroom van de thermische schakelaar is
0,5 A bij 500 VAC en cos φ 0,6. De schakelaar moet in staat zijn
om een spoel in de stroomkring te onderbreken.
Pompen met WIO sensor
Pompen met WIO sensor zijn voorzien van een thermische scha-
kelaar en een PT1000-sensor of een PTC-thermistor in de wikke-
lingen, afhankelijk van de plek van de opstelling.
Via de veiligheidskring van de pompregeling zal de thermische
schakelaar of de thermistor de pomp uitschakelen door de kring
te verbreken bij te hoge temperaturen (ca. 150 °C). De thermi-
sche schakelaar of de thermistor zal na afkoeling de kring weer
sluiten.
De maximale bedrijfstroom van zowel de PT1000 als de thermis-
tor is 1 mA bij 24 VDC.
Niet-explosieveilige pompen
Bij het sluiten van de kring na afkoelen kan de thermische beveili-
ging de pomp automatisch opnieuw inschakelen via de regelaar.
Pompen van 4 kW en hoger die in Australië/Nieuw-Zeeland wor-
den verkocht, worden uitgerust met een PTC-thermistor.
Explosieveilige pompen
Waarschuwing
De thermische beveiliging van explosieveilige pom-
pen mag de pomp niet automatisch opnieuw inscha-
kelen. Dit waarborgt een beveiliging tegen te hoge
temperaturen in omgevingen met mogelijk explosie-
gevaar. Bij pompen met sensor wordt dit gedaan
door de kortsluiting tussen klemmen R1 en R2 in de
IO 113 te verwijderen. Zie de elektrische gegevens in
de IO 113 installatie- en bedieningsinstructies.
Waarschuwing
De losse motorbeveiliging/regelaar mag niet worden
geïnstalleerd in omgevingen met mogelijk explosie-
gevaar.
330
8.4 Water-in-olie-sensor (WIO)
De WIO-sensor meet het watergehalte in olie en converteert de
waarde in een analoog stroomsignaal. De twee sensoraders die-
nen voor de voeding en voor het overdragen van het signaal naar
de IO 113. De sensor meet het watergehalte van 0 tot 20 %.
De sensor geeft ook een signaal af wanneer het watergehalte
zich buiten het normale bereik bevindt (waarschuwing) of wan-
neer er lucht in de oliekamer zit (alarm). De sensor is in een RVS
buis geplaatst voor mechanische bescherming.
Afb. 10 WIO-sensor
8.4.1 Het monteren van de WIO-sensor
Plaats de sensor naast één van de openingen van asafdichting.
Zie afb. 10. De sensor moet in de draairichting van de motor wor-
den gekanteld om er voor te zorgen dat olie in de sensor wordt
geleid. Zorg dat de sensor is ondergedompeld in de olie.
8.4.2 Technische specificaties
Ingangsspanning:
12-24 VDC
Uitgangstroom:
3,4 - 22 mA
Ingangsvermogen:
0,6 W
Omgevingstemperatuur:
0-70 °C
Raadpleeg ook de installatie- en bedieningsinstructies voor
IO 113 op www.grundfos.com.
8.5 Vochtdetectieschakelaar
Alle pompen worden standaard uitgerust met de vochtdetectie-
schakelaar aangesloten via de voedingskabel, zie paragraaf
8. Elektrische
aansluiting, en verbonden met een aparte stroom-
onderbreker.
De vochtdetectieschakelaar bevindt zich onder in de motor. Als er
vocht in de motor zit, zal de schakelaar de kring verbreken en
een signaal sturen naar de IO 113.
De vochtdetectieschakelaar is onomkeerbaar en moet na gebruik
worden vervangen.
De vochtdetectieschakelaar is aangesloten op de signaalkabel,
en moet worden aangesloten op de beveiligingskring van de
afzonderlijke pompregelaar. Zie paragraaf
ting.
De motorbeveiliging van de pompregelaar moet een
kring bevatten die de voedingsspanning automatisch
Voorzichtig
uitschakelt wanneer de stuurstroomkring voor de
pomp wordt geopend.
8. Elektrische aanslui-

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Slv serie