4.8 Aanwijzingen over de veiligheidsmodi
VOORZICHTIG
Gebruik van het product in de veiligheidsmodus
Vallen door onverwacht gedrag van het product als gevolg van verandering van het dempings
gedrag.
►
De waarschuwings-/foutsignalen moeten in acht worden genomen (zie pagina 279).
VOORZICHTIG
Veiligheidsmodus niet activeerbaar door een storing in de werking als gevolg van het
binnendringen van water of mechanische beschadiging
Vallen door onverwacht gedrag van het product als gevolg van verandering van het dempings
gedrag.
►
Gebruik het defecte product niet langer.
►
Ga onmiddellijk naar uw orthopedisch instrumentmaker.
VOORZICHTIG
Veiligheidsmodus niet deactiveerbaar
Vallen door onverwacht gedrag van het product als gevolg van verandering van het dempings
gedrag.
►
Wanneer u de veiligheidsmodus door het laden van de accu niet kunt deactiveren, is er
sprake van een blijvende storing.
►
Gebruik het defecte product niet langer.
►
Het product moet bij een geautoriseerde Ottobock servicewerkplaats worden gecontroleerd.
Aanspreekpartner is de orthopedisch instrumentmaker.
VOORZICHTIG
Waarschuwingssignaal (ononderbroken trillen)
Vallen door onverwacht gedrag van het product als gevolg van verandering van het dempings
gedrag.
►
Wees attent op de waarschuwings-/foutsignalen (zie pagina 279).
►
Vanaf het moment dat er een waarschuwingssignaal wordt gegeven, mag het product niet
meer worden gebruikt.
►
Het product moet bij een geautoriseerde Ottobock servicewerkplaats worden gecontroleerd.
Aanspreekpartner is de orthopedisch instrumentmaker.
4.9 Aanwijzingen voor het gebruik van een mobiel eindapparaat met de Cockpit App
VOORZICHTIG
Verkeerd gebruik van het eindapparaat
Vallen door verandering van het dempingsgedrag als gevolg van onverwachte omschakeling
naar een MyMode.
Laat u uitleggen hoe u met het eindapparaat met de Cockpit App moet omgaan.
►
VOORZICHTIG
Wijziging of modificatie van het eindapparaat op eigen initiatief
Vallen door verandering van het dempingsgedrag als gevolg van onverwachte omschakeling
naar een MyMode.
►
Breng nooit op eigen initiatief veranderingen aan in de hardware van het eindapparaat.
256