6.1.1 Ontsteking HF en LIFT
Ontsteking HF :
De ontsteking van de elektrische boog geschiedt zonder het contact tussen de
elektrode van tungsteen en het te lassen stuk, middels een vonk gegenereerd door een
inrichting met hoge frequentie. Deze modaliteit van ontsteking heeft geen inclusies van
tungsteen in het lasbad, noch slijtage van de elektrode tot gevolg en biedt een
gemakkelijk vertrek in alle standen van het lassen.
Procedure:
De drukknop toorts indrukken en hierbij de punt van de elektrode naar het stuk brengen
(2 - 3mm), wachten op de ontsteking van de boog overgebracht door de impulsen HF
en, met een ontstoken boog, het smeltbad vormen op het stuk en tewerk gaan langs de
koppeling.
Ingeval men moeilijkheden ondervindt bij de ontsteking van de boog ondanks het feit
dat de aanwezigheid van gas gegarandeerd is en dat de ontladingen HF zichtbaar zijn,
moet men niet lang aandringen op het onderwerpen van de elektrode aan de werking
van de HF, maar de oppervlakte-integriteit en de vorm van de punt ervan verifiëren, door
ze eventueel naar de slijpsteen te brengen. Op het einde van de cyclus wordt de stroom
geannuleerd met een ingestelde helling van daling.
Ontsteking LIFT :
De ontsteking van de elektrische boog geschiedt door de elektrode van tungsteen te
verwijderen van het te lassen stuk. Deze modaliteit van ontsteking geeft minder
elektrisch uitgestraalde storingen en beperkt tot een minimum de inclusies van
tungsteen en de slijtage van de elektrode.
Procedure:
De punt van de elektrode doen steunen op het stuk, met een lichte druk. De drukknop
toorts helemaal indrukken en de elektrode 2-3mm opheffen met enkele ogenblikken
vertraging, waarbij men de ontsteking van de boog bekomt. De lasmachine verdeelt
aanvankelijk een stroom I
, einde van de cyclus wordt de stroom geannuleerd met
LIFT
een ingestelde helling van daling.
6.1.2 TIG DC-lassen
Het TIG DC-lassen is geschikt voor alle gelegeerde koolstofstaalsoorten en
hooggeleerde koolstofstaalsoorten en zware metalen koper, nikkel, titanium en
bijhorende legeringen.
Voor het lassen in TIG DC met elektrode naar de pool (-) wordt gewoonlijk de elektrode
met 2% Torium (rood gekleurde strook) gebruikt of de elektrode met 2% Cerium (grijs
gekleurde strook).
Men moet de elektrode van Tungsteen axiaal met de slijpsteen scherpen, zie FIG. L, en
ervoor zorgen dat de punt perfect concentrisch is teneinde afwijkingen van de boog te
voorkomen. Het is van belang het slijpen uit te voeren in de richting van de lengte van de
elektrode, Deze operatie moet regelmatig herhaald worden in functie van het gebruik en
de slijtage van de elektrode ofwel wanneer deze toevallig vervuild, geoxideerd of niet
correct gebruikt wordt. In de modaliteit TIG DC is de werking 2 tijden (2T) en 4 tijden (4T)
mogelijk.
6.1.3 TIG AC-lassen
Dit type van lassen staat toe te lassen op metalen zoals aluminium en magnesium die
op hun oppervlakken een beschermende en isolerende oxide vormen. Door de
polariteit van de lasstroom om te keren, slaagt men erin de oppervlaktelaag van de
oxide te "breken" middels een mechanisme genoemd "ionische verzanding ". De
spanning is afwisselend positief (EP) en negatief (EN) op de elektrode van tungsteen.
Tijdens de tijd EP wordt de oxide verwijderd van het oppervlak ("schoonmaak" of
"afbranden") en staat hierbij de vorming van het bad toe. Tijdens de tijd EN geschiedt de
maximum thermische toevoer naar het stuk waarbij het lassen mogelijk is. De
mogelijkheid om de parameter balance te veranderen in AC staat toe de tijd van de
stroom EP tot een minimum te beperken en maakt hierbij snelle lasoperaties mogelijk.
Het is mogelijk de balance te veranderen van 20% tot 90% (percentage van EN op de
totale tijd). Grotere waarden van balance staan snellere lasoperaties toe, een grotere
penetratie, een meer geconcentreerde boog, een nauwer lasbad, en een beperkte
verwarming van de elektrode. Kleinere waarden staan een grotere schoonmaak van het
stuk toe. Een te lage waarde van balance gebruiken heeft een verbreding van de boog
van het gedeoxideerd gedeelte tot gevolg, een verhitting van de elektrode met een
bijhorende vorming van een sfeer op de punt en een bemoeilijking van de ontsteking en
van de richtbaarheid van de boog. Een excessieve waarde van balance gebruiken heeft
een "vuil" lasbad met donkere inclusies tot gevolg.
De tabel (TAB. 4) vat de effecten van verandering van de parameters in het AC-lassen
samen.
In de modaliteit TIG AC is de werking 2 tijden (2T) en 4 tijden (4T) mogelijk.
Ook de instructies m.b.t. de lasprocedure zijn geldig.
In de tabel (TAB. 3) zijn de indicatieve gegevens aangeduid voor het lassen op
aluminium; het meest geschikte type van elektrode is de elektrode van pure tungsteen
(strook met groene kleur).
6.1.4 Procedure
- De lasstroom regelen aan de gewenste waarde middels de knop; eventueel
aanpassen tijdens het lassen aan de nodige reële thermische toevoer.
- Drukken op de drukknop toorts en hierbij de correcte gasflux uit de toorts controleren;
indien nodig, de tijd van pre-gas en van post-gas ijken; deze tijden moeten geregeld
worden in functie van de bedrijfsomstandigheden, in het bijzonder de vertraging van
het post-gas moet zodanig zijn dat het op het einde van het lassen de koeling van de
elektrode en van het bad toestaat zonder dat deze in contact komen met de
atmosfeer (oxideringen en vervuilingen).
Modaliteit TIG met sequens 2T:
- Door de drukknop toorts tot op het einde toe in te drukken, de boog ontsteken en
hierbij 2-3mm afstand van het stuk behouden.
- Om het lassen te onderbreken de drukknop van de toorts loslaten en hierbij plaats
maken voor de stapsgewijze annulering van de stroom (indien de functie
EINDHELLING is ingevoerd) of voor de onmiddellijke uitdoving van de boog bij het
daarop volgende post-gas.
Modaliteit TIG met sequens 4T:
- De eerste druk van de drukknop doet de boog ontsteken met een stroom I
loslaten van de drukknop vermeerdert de stroom volgens de functie BEGINHELLING
tot aan de waarde van de lasstroom; deze waarde wordt behouden ook met
losgelaten drukknop. Wanneer men de opnieuw drukt op de drukknop, vermindert de
stroom volgens de functie EINDHELLING tot aan I . Deze laatste wordt behouden
tot aan het loslaten van de drukknop die de lascyclus beëindigt en hierbij de periode
van post-gas begint. Integendeel, indien men tijdens de functie EINDHELLING de
drukknop loslaat, stopt de lascyclus onmiddellijk en begint de periode van post-gas.
Modaliteit TIG met sequens 4T en BI-LEVEL:
- De eerste druk van de drukknop doet de boog ontsteken met een stroom I
loslaten van de drukknop vermeerdert de stroom volgens de functie BEGINHELLING
tot aan de waarde van de lasstroom; deze waarde wordt behouden ook met
losgelaten drukknop. Bij iedere volgende druk van de drukknop (de tijd die verstrijkt
tussen druk en loslaten moet van korte duur zijn) zal de stroom variëren tussen de
waarde ingesteld in de parameter BI-LEVEL I en de waarde van de hoofdstroom I .
- Wanneer men de drukknop ingedrukt houdt gedurende lange tijd, vermindert de
stroom volgens de functie EINDHELLING tot aan I . Deze laatste wordt behouden
tot aan het loslaten van de drukknop die de lascyclus beëindigt en hierbij de periode
van post-gas begint. Daarentegen, indien men tijdens de functie EINDHELLING de
drukknop loslaat, eindigt de lascyclus onmiddellijk en begint de periode van post-gas
(FIG.M).
6.2 MMA-LASSEN
- De, op de verpakking van de gebruikte elektroden vermelde instructies moeten in
ieder geval worden geraadpleegd.
- De lasstroom wordt afhankelijk van de doorsnede van de gebruikte elektrode en het
gewenste type lasverbinding ingesteld; als richtlijn gelden de volgende
stroomwaarden voor de gebruikte elektrodendiktes:
Bij het
.
START
END
. Bij het
START
1
END
ø Elektrode (mm)
1.6
2
2.5
3.2
4
5
6
- Er dient rekening mee te worden gehouden dat bij overeenkomstige elektrodendiktes
hoge stroomwaarden zullen worden gebruikt voor horizontaal lassen, terwijl voor het
vertikale of boven het hoofd lassen lagere stroomwaarden zullen worden gebruikt.
- De mechanische karakteristieken van de gelaste koppeling worden bepaald, niet
alleen door de gekozen intensiteit van stroom, maar ook door andere parameters van
het lassen zoals de lengte van de boog, de snelheid en de stand van uitvoering, de
diameter en de kwaliteit van de elektroden (voor een correcte bewaring moet men de
elektroden uit de buurt van vochtigheid houden beschermd door speciale
verpakkingen of containers).
- De karakteristieken van de lasmachine hangen ook af van de waarde van ARC-
FORCE (dynamisch gedrag) van de lasmachine. Deze parameter kan ingesteld
worden vanop het paneel, ofwel met de afstandsbediening met 2 potentiometers.
- Men merkt hierbij op dat hoge waarden van ARC-FORCE een grotere penetratie
geven en het lassen mogelijk maken in gelijk welke stand typisch met basische
elektroden; lage waarden van ARC-FORCE maken een zachtere boog zonder
spatten mogelijk typisch met rutiel elektroden.
De lasmachine is bovendien uitgerust met inrichtingen HOT START en ANTI STICK
die gemakkelijke vertrekken en afwezigheid van vastlijmen van de elektrode aan het
stuk garanderen.
6.2.1 Werkwijze
- Met de laskap VOOR HET GEZICHT, de punt van de elektrode over het te lassen stuk
bewegen en daarbij 11n beweging makend alsof u een lucifer aansteekt; dit is de
meest correcte methode om de boog te trekken.
LET OP!: NIET MET DE ELEKTRODE OP HET STUK SLAAN; de mogelijkheid
bestaat dat u de bekleding beschadigt waardoor het trekken van de boog wordt
bemoeilijkt.
- Zodra de boog is getrokken moet een afstand overeenkomstig de dikte van de
gebruikte elektrode in acht worden genomen, en tijdens het lassen moet deze
afstand zo goed mogelijk worden gehandhaafd; onthoud dat de hoek van de
elektrode in de beweegrichting ongeveer 20-30 graden dient te bedragen.
- Op het eind van de lasnaad, de punt van de elektrode, ten opzichte van de
beweegrichting, een weinig terugtrekken tot boven het kratertje, om deze te vullen,
vervolgens de elektrode snel uit het smeltbad trekken om de boog te onderbreken
(VOORBEELDEN VAN LASNADEN - FIG. N)
7. ONDERHOUD
____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE ONDERHOUDSOPERATIES UITVOERT, MOET
MEN VERIFIËREN OF DE LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN
LOSGEKOPPELD IS VAN HET VOEDINGSNET.
____________________________________________________________________________________________________________________
7.1 GEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN GEWOON ONDERHOUD KUNNEN UITGEVOERD WORDEN
DOOR DE OPERATOR.
7.1.1 Toorts
- Vermijden de toorts en haar kabel te doen steunen op warme stukken; dit zou het
smelten van de isolerende materialen kunnen veroorzaken en bijgevolg de toorts
snel buiten werking stellen.
- Regelmatig de dichting van de leiding en de gasaansluitingen controleren.
- De tang elektrodenhouder, de boorhouder tanghouder zorgvuldig koppelen aan de
diameter van de gekozen elektrode teneinde oververhittingen, een slechte
verspreiding van het gas en een bijhorende slechte werking te voorkomen.
- Minstens een keer per dag de staat van slijtage en de correcte montage van de
eindgedeelten van de toorts controleren: sproeier, elektrode, tang elektrodeklemmer,
gasverspreider.
7.2 BUITENGEWOON ONDERHOUD
DE OPERATIES VAN BUITENGEWOON ONDERHOUD MOGEN UITSLUITEND
UITGEVOERD WORDEN DOOR ERVAREN OF GEKWALIFICEERD PERSONEEL
OP GEBIED VAN ELECTRICITEIT EN MECHANICA.
____________________________________________________________________________________________________________________
OPGELET! VOORDAT MEN DE PANELEN VAN DE LASMACHINE WEGNEEMT
EN NAAR DE BINNENKANT ERVAN GAAT, MOET MEN CONTROLEREN OF DE
LASMACHINE UITGESCHAKELD IS EN LOSGEKOPPELD IS VAN HET
VOEDINGSNET.
____________________________________________________________________________________________________________________
Eventuele controles uitgevoerd onder spanning aan de binnenkant van de
lasmachine kunnen zware elektroshocks veroorzaken gegenereerd door een
rechtstreeks contact met gedeelten onder spanning en/of kwetsingen te wijten
aan een rechtstreeks contact met organen in beweging.
- Regelmatig en in ieder geval met een zekere frequentie in functie van het gebruik en
de stofgraad van de ruimte, de binnenkant van de lasmachine nakijken en het stof
wegnemen dat zich heeft afgezet op de transformator, de reactantie en de
gelijkrichter middels een straal droge perslucht (max 10 bar).
- Vermijden de straal perslucht te richten op de elektronische fiches; zorgen voor hun
eventuele schoonmaak met een heel zachte borstel of geschikte oplosmiddelen.
- Bij gelegenheid verifiëren of de elektrische verbindingen goed vastgedraaid zijn en of
de bekabelingen geen beschadigingen aan de isolering vertonen.
- Op het einde van deze operaties moet men de panelen van de lasmachine terug
monteren en hierbij de stelschroeven tot op het einde toe vastdraaien.
- Strikt vermijden de lasoperaties uit te voeren met een open lasmachine.
8. PROBLEEMOPLOSSINGEN
BIJ SLECHTE PRESTATIES EN ALVORENS SYSTEMATISCHE CONTROLES UIT
VOEREN OF DE HULP VAN EEN SERVICECENTRUM IN TE ROEPEN,
CONTROLEREN OF:
- De lasstroom geschikt is voor de dikte en het type van de gebruikte elektrode.
- Met de hoofdschakelaar op "ON", het betreffende controlelampje brandt; als dit niet
het geval mocht zijn is het waarschijnlijk dat de oorzaak van het probleem in de
netvoeding (kabels, stopcontact, stekker, zekeringen enz.) dient te worden gezocht.
- Controleer of het gele controlelampje, dat de inwerkingtreding van de thermische
2
beveiliging voor over- of onderspanning of kortsluiting aangeeft, wel uit is.
- Controleer of de nominale intermittentieverhouding juist is. In het geval dat de
thermostatische beveiliging in werking treedt, dient de machine uit zichzelf af te
koelen. Controleer de werking van de ventilator.
- De spanning van de lijn controleren: indien de waarde te hoog of te laag is blijft de
lasmachine geblokkeerd.
- Controleer of er geen kortsluiting is aan de uitgang van de machine. Mocht dat het
geval zijn, los deze storing dan op.
- De aansluitingen van het lascircuit op correcte wijze zijn uitgevoerd, vooral of de
massaklem goed, zonder tussenkomst van isolerende materialen (bijv. verf), aan het
stuk is bevestigd.
- Het gebruikte beschermingsgas juist is (Argon 99,5% en in de juiste hoeveelheid).
- 31 -
Lasstroom (A)
min.
max.
25
-
50
40
-
80
60
-
110
80
-
160
120
-
200
150
-
280
200
-
350