kunnen worden uitgetrokken, moeten deze tijdens het spoelen
worden uitgetrokken of geopend.
•
Instrumenten met flexibele schachten moeten tijdens het
spoelen aan buigbewegingen worden onderworpen.
•
Bij instrumenten voorzien van lumina moeten de
inwendige oppervlakken van het lumen (de lumina)
worden schoongeborsteld.
Aanwijzingen voor het plaatsen in een reinigingstoestel
•
Plaats de instrumenten zodanig in het was- en
desinfectietoestel dat scharnieren geopend zijn en dat
de vloeistof uit canules en openingen kan weglopen.
•
Plaats zware instrumenten onder in de containers. Zet
geen zware instrumenten op kwetsbare instrumenten.
•
Instrumenten met holronde oppervlakken, zoals curettes,
moeten met het holronde oppervlak omlaag worden geplaatst,
om de vloeistofafvoer te vergemakkelijken.
Aanwijzingen voor automatisch reinigen
•
Reinig de instrumenten in een gevalideerd was-desinfectie-
apparaat met gebruikmaking van de "INSTRUMENTEN"-cyclus
met een pH-neutraal reinigingsmiddel dat bestemd is voor
automatisch reinigen. Met de volgende parameters kan
geautomatiseerde sterilisatie doelmatig worden uitgevoerd:
tweemaal voorwassen met koud water (minimumduur 2 minuten
per wassing); enzymatisch voorwassen met heet water
(minimumduur 4 minuten); vervolgens wassen met pH-neutraal
reinigingsmiddel opgelost in heet water (minimumduur
3 minuten bij 60 ºC); spoelen met heet water (minimumduur
20 seconden); thermisch spoelen (minimumduur 1 minuut bij
82,2 ºC) en drogen (minimumduur 5 minuten bij 95 ºC).
•
Inspecteer de instrumenten na het automatisch reinigen
volgens de onderstaande aanwijzingen.
MET DE HAND REINIGEN
Reinigingsinstructies
•
Maak een enzymatische reinigingsoplossing klaar
overeenkomstig de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant.
•
Week verontreinigde instrumenten minimaal 10 minuten. Laat
de temperatuur niet hoger oplopen dan 30 °C.
•
Dompel de instrumenten bij het reinigen geheel in het
reinigingsmiddel om aërosolvorming te voorkomen. Verwijder
alle sporen bloed en weefselresten met een zachte borstel
en besteed daarbij vooral aandacht aan moeilijk bereikbare
plaatsen, weefselachtige oppervlakken en spleten. Gebruik bij
het reinigen van instrumenten met canules, lumina (b.v. buizen)
of gaten een strak passende, zachte, niet-metalen borstel of
pijpenrager om genoemde holten inwendig schoon te boenen.
Beweeg de borstel of rager met draaiende bewegingen in en uit
de holte om weefselresten e.d. te verwijderen. Spoel krachtig
met een injectiespuit met enzymatisch reinigingsmiddel om
de inwendige delen te bereiken. Gebruik bij het reinigen van
scharnierende instrumenten (instrumenten met bewegende
delen) een zachte niet-metalen borstel om alle sporen van
bloed en weefselresten te verwijderen. Besteed vooral
aandacht aan schroefdraden, spleten, naden en andere
moeilijk bereikbare plaatsen. Maak functionele bewegingen met
bewegende mechanismen, zoals scharnierende gewrichten,
sluitmechanismen of elementen met een veermechanisme,
om vastzittend bloed en weefselresten te verwijderen. Als
delen van het instrument kunnen worden uitgetrokken, moeten
deze tijdens het reinigen worden uitgetrokken of geopend.
27