Hoofdstuk 2
5 1 4
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Veiligheid
2 . 3 . 2
Instructies voor het veilig stellen van de
veiligheidsfunctie van LE 20-Muting
1 . Muting sensoren moeten zodanig gerangschikt zijn dat de
overbrugging niet onopzettelijk door een persoon kan worden
geactiveerd (zie afb. 2-1).
Afb. 2-1: Rangschikking van de muting sensoren
a = tegenover elkaar liggende sensoren mogen niet gelijktijdig activeerbaar zijn
s = naast elkaar liggende sensoren mogen niet gelijktijdig activeerbaar zijn
2 . Muting mag alleen in de periode geactiveerd worden wanneer
het object de toegang tot de gevarenzone blokkeert.
3 . Muting moet automatisch plaatsvinden, mag echter niet van een
enkel elektrisch signaal afhangen.
4 . Muting mag niet volledig van softwaresignalen afhangen.
5 . De muting toestand moet direct na het passeren van het object
worden opgeheven en de veiligheidsinrichting zodoende weer
effectief worden.
6 . Voor de muting werking is ten minste een muting indicatielamp
noodzakelijk die de verhoging van het veiligheidsrisico tijdens
de muting fase aangeeft. Deze lamp is dwingend voorgeschre-
ven. Zonder deze is de muting functie niet mogelijk.
7. De hele gevarenzone moet vanuit de reset-knop en de override-
knop overgezien kunnen worden.
8. In geval van langere mutingcyli > 24 uur of langere stilstand
van de machine moet de correcte werking van de
mutingsensoren worden gecontroleerd.
Bedieningshandleiding
Veiligheids-
verwerkingseenheid LE 20
8 008 685/Q913/2007-05-21