Hoofdstuk 3
LET OP
LET OP
5 2 2
© SICK AG • Industrial Safety Systems • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Productbeschrijving
Inbouwplaats van de reset-knop correct selecteren!
De reset-knop moet zodanig geïnstalleerd worden dat deze niet
vanuit de gevarenzone bediend en de hele gevarenzone bij het
bedienen van de toets overzien kan worden.
Terwijl de verwerkingseenheid op het herstartcommando wacht,
geeft een gele LED de wachttoestand aan. De herstartblokkering
wordt door de aansluiting van 0 V aan de klem RES DISABLE
geactiveerd en door 24V aan RES DISABLE gedeactiveerd.
Geen herstartblokkering wanneer RES DISABLE
gedeactiveerd is.
Wanneer de herstartblokkering via de klem RES DISABLE gede-
activeerd werd, moet de machinebesturing de functie van de
herstartblokkering overnemen.
3 . 3 . 3
Relaiscontrole (EDM)
De relaiscontrole controleert of het aangesloten schakelapparaat
(relais o.i.d.) in orde is en er geen contacten plakken. Hiertoe
verwerkt de verwerkingseenheid de terugmelding van de verbreek-
contacten aan de klem EDM (External Device Monitoring). Bij een
afwijking schakelt de LE 20 de OSSD uitgangen uit en gaat in de
fouttoestand. Bij actieve herstartfunctie zijn herhaalde inschakel-
pogingen mogelijk. De signaalwissel aan de EDM ingang moet
binnen 300 ms plaatsvinden. Bij gesloten schakelcontacten
moeten hier 24 V aanliggen. De relaiscontrole wordt door de
aansluiting van 0 V aan de klem EDM DISABLE geactiveerd en
door 24 V aan EDM DISABLE gedeactiveerd.
3.4
Functies van het apparaat LE 20 muting
De veiligheidsverwerkingseenheid LE 20 muting wordt toegepast,
wanneer bepaalde objecten bijv. materiaalpallets, de gevarenzone
mogen passeren. Zij zet dan gedurende het transport door de
lichtstralen van het veiligheidslichtscherm de bewaking van de
veiligheidslichtschermen buiten werking. Extra muting sensoren
registreren voor deze duur de aanwezigheid van het te transpor-
teren materiaal. Door de soort sensoren en de rangschikking ervan
is het mogelijk object en personen te onderscheiden. Daarbij
kunnen twee, drie of vier muting sensoren aan de
veiligheidsverwerkingseenheid worden aangesloten.
Bedieningshandleiding
Veiligheids-
verwerkingseenheid LE 20
8 008 685/Q913/2007-05-21