De halfmaskers van de serie M6200-M6400 hebben een dubbel filter. De filters die met dit halfmasker gebruikt kunnen worden zijn:
Ref
M6000
A1
dubbele filterkussens
M6000
A2
dubbele filterkussens
M6000
A1B1E1K1
A1B1E1K1
dubbele filterkussens
M6000
P2R
dubbele filterkussens
M6000
P3R
dubbele filterkussens
M6000
PRE P3R
dubbele filterkussens
M6000
P2CLIP NR*
dubbele filterkussens
De halfmaskers van de serie M6100-M6300 hebben een enkel filter.Filters gebruikt met deze half-masker worden hieronder opgesomd:
Ref
M6000
A1
enkel filter
M6000
P3R
enkel filter
M6000
PRE P3R
enkel filter
M6000
P2CLIP NR*
enkel filter
* NR : mag niet langer dan één werkdag worden gebruikt
3 –GEBRUIKSBEPERKINGEN 3.1Gebruik geen filters waarvan de verpakking is beschadigd; 3.2 Breng geen wijzigingen toe aan gelaatsmasker of filters. Dit kan
leiden tot een vermindering van de bescherming van het masker; 3.3 Gebruik de uitrusting niet in kleine of gesloten ruimten (opslagtanks, onderaardse gangen) of
in ruimten waar de concentratie van de verontreinigende stof zeer hoog is; 3.4 Niet gebruiken in een omgeving waar het zuurstofgehalte lager is dan 19,5%; 3.5 Het
gebruik van de filters is afhankelijk van en wordt beperkt door de concentratie van de verontreinigende stof, zie hiervoor de norm EN529:2006 (Aanbevelingen voor
selectie, gebruik, onderhoud en verzorging) en de MEV hiervan (zie risicokaart); 3.6 Gebruik dit zuurstofapparaat niet in explosiegevaarlijke of zuurstofverrijkte
omgevingen; 3.7 Deze uitrusting is niet geschikt voor bescherming tegen dioxide (CO
concentratie van de verontreinigende stof onbekend is of een direct een gevaar vormt voor de gezondheid van de gebruiker. 3.9 VERLAAT ONMIDDELIJK DE
WERKOMGEVING WANNEER: a) er zich een noodsituatie voordoet; b) Als het tijdens het gebruik van een filter tegen deeltjes of een gecombineerde filter moeilijk
wordt om adem te halen, kan het zijn dat het filter vol zit en vervangen moet worden in een risicoloze zone;c) Als u bij het gebruik van een filter tegen gassen of een
gecombineerde filter de verontreinigende stof kunt ruiken of als u een irritatie voelt. Uw filter kan vol geraakt zijn en moet in een risicoloze zone worden vervangen,
d) u zich vermoeid voelt, duizelig wordt of zich op een andere manier onprettig voelt, e) het masker beschadigd is. 3.10 LEVENSDUUR : De houdbaarheidsdatum
van het filter staat op elk van de filters aangegeven. Als de omstandigheden waarin het filter moet worden opgeslagen worden gerespecteerd, is de levensduur van
een filter gerekend vanaf de vervaardigheidsdatum: Deeltjesfilter: 10 jaar / Gasfilter: 5 jaar. Het eind van deze levensduur wordt aangegeven door de
houdbaarheidsdatum. De uiterste gebruiksdatum van het masker na het eerste gebruik is moeilijk te bepalen.Zij is afhankelijk van de werkomgeving.Het is raadzaam
een visuele inspectie uit te voeren.Deze inspectie dient te worden uitgevoerd door een verantwoordelijke die het. In elk geval wordt geadviseerd het masker te
vernietigen, om ieder hergebruik te voorkomen, na max. 5 jaar (gebruik of opslag) of als er tijdens een controle een fout wordt geconstateerd. 4 – WAARSCHUWING
Het dragen van een baard of gezichten die niet aansluiten op het masker kunnen leiden tot een vermindering van de bescherming van het masker. 5 – CONTROLES
5.1 VOOR GEBRUIK Volg de onderstaande procedure voordat u een masker met filter gaat gebruiken: 5.1.1 De verpakking van het filter moet goed gesloten zijn.
Gebruik geen filters waarvan de verpakking is beschadigd. 5.1.2 De houdbaarheidsdata op het/de filters(s) en op de doos van het gelaatsmasker controleren. 5.1.3
Controleer hoe het gelaatsonderdeel er in het algemeen uitziet: controleer of de ventielen plat op hun plaats zitten en of de ventielbedekkers op de goede plaats
zitten. 5.2 PERIODIEKE CONTROLE 5.2.1 Het halfmasker moet periodiek worden gecontroleerd gedurende de gehele levensduur van het product, vooral na het
een lange tijd niet gebruikt te hebben of na onderhoud eraan. Als u regelmatig problemen ondervindt met het aanpassen, moet dit voor ieder gebruik worden
gecontroleerd. 5.2.2 De regelmaat waarmee deze controles worden uitgevoerd moeten de nationale reglementering respecteren en de controle moet in ieder geval
minstens één keer per jaar gebeuren. 6 - BEVESTIGEN VAN HET HALFMASKER Het aanpassen van het halfmasker dient door een deskundige te worden
uitgevoerd. De juiste plaatsing moet worden gecontroleerd d.m.v. onderstaande procedure: 6.1 Plaatsing van het halfmasker: a) Voordat het halfmasker wordt
aangepast, moet u zich ervan verzekeren dat het/de filter(s) geschikt is (zijn), dat de kleppen plat zijn en op hun plaats zitten en dat klepbeschermers correct zijn
geplaatst. b) Het masker voor het gezicht houden, waarbij het rechte deel op de neus en het bredere stuk over de kin wordt geplaatst. c) Zet de grote riem over het
hoofd en let erop dat deze niet gedraaid is. d) De riem bijstellen zodat deze comfortabel zit.e) Elk van de binnenbanden van de hals nemen, ze rond de nek plaatsen
en samen vastmaken. 6.2
Om te controleren of het goed aansluit, zet u eerst het halfmasker zonder filter op. De filteropeningen afsluiten met de handpalm en
het masker niet naar onderen drukken. Licht inademen, de lucht binnenin neemt nu af en er ontstaat een gedeeltelijk vacuüm. Het halfmasker moet nu aansluiten
op het gezicht en correct worden bevestigd. 6.3 Als dit niet zo is, het masker en de banden bijstellen totdat een juiste positie is bereikt. Als geen enkele goede
aanpassing kan worden uitgevoerd, mag het ademhalingsmasker niet worden gebruikt. Niet vergeten voor het gebruik (een) filter(s) op het halfmasker te passen.
6.4 Plaats het/de filter(s) op het gelaatsmasker. Zet het/de filter(s) niet te strak vast in de sluiting(s). Dit kan leiden tot beschadiging van de afdichtstrip. 6.5 Het
masker opzetten en de ondoorlaatbaarheid testen door sterk in te ademen.
7 - AFSTELLEN VAN HET FILTER Controleer of u het geschikte filtertype hebt gekozen voor de door u gewenste toepassing. Het filter
eerst onderzoeken om er zeker van te zijn dat het niet is beschadigd. Als u een voorfilter M6000 PRE P3R (inzet over het filter) van plan
bent te gebruiken, moet dit samen worden gebruikt met filters A2 of ABEK1. 7.1 De voorfilter M6000 PRE P3R (inzet over een filter)
afstellen: breng de roosters in lijn met de twee filters (niet vastgezet op het halfmasker) door u ervan te verzekeren dat de punt op de
achterkant van M6000 PRE P3R op de inkeping van de onderkant van het filter valt. De twee filters stevig aandrukken (redelijke krachtig)
totdat zij een geheel vormen. Opmerking: de voorfilters M6000 PRE P3R niet afnemen zodra zij eenmaal vastzitten, de twee filters moeten
samen worden afgenomen. 7.2 De filters verwijderen: haal een willekeurig filter van het masker door het naar links te draaien. Controleer
of de filterafdichting van het masker nog intact en onbeschadigd is. 7.3 De filters bevestigen:het filter kantelen volgende de aanwijzingen
op de tekening hiernaast en op het masker duwen zodat de basis van het filter plat (helemaal in het rond) tegen de afdichting op het
buitenframe valt. Om u te helpen zijn er pijlen op het buitenframe en op de basis van het filter geplaatst – let erop dat deze over elkaar
vallen als u het filter aandrukt. Het filter langzaam ongeveer 60° naar rechts draaien. De filters schuiven in de overkraging en komen
lichtjes tegen de middenklep voor het halfmasker. 8 – OPSLAG EN VERVOER 8.1 De filters en maskers moeten in de originele verpakking
worden vervoerd en beschermd worden tegen stof, extreem hoge of lage temperaturen, zonlicht, excessieve vochtigheid of chemische
producten. 8.2 De filters moeten in een schone, koele en donkere ruimte worden bewaard. 8.3 De opslag van de filters moet gebeuren in een schone ruimte om ze
tegen stof te beschermen, beschut tegen extreem hoge of lage temperaturen, zonlicht, excessieve vochtigheid of chemische producten. De filters worden
opgeslagen bij een temperatuur tussen -5°C en +35°C met een relatieve vochtigheid van maximaal 75%.
Leder filter dient in zijn originele verpakking te worden bewaard die goed dicht is gedaan. Als de filters niet in de originele verpakking of onder de aanbevolen
omstandigheden worden opgeslagen, is de houdbaarheidsdatum niet juist meer. 8.4 Respecteer de instructies voor opslag en vervanging van de filters en maskers
die vastgesteld zijn door de personen die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid. (GEBRUIK DE FILTERS EN MASKERS NIET NA DE HOUDBAARHEIDSDATUM
DIE OP DE VERPAKKING STAAT. BIJ DE FILTERS STAAT DEZE DATUM OOK VERMELD OP DE PRODUCTEN).9 - REINIGING EN DESINFECTIEVAN HET
HALF MASKER (GEEN ONDERHOUD VOOR DE FILTERS) Geen enkel onderdeel kan worden losgemaakt of vervangen. De kleppen mogen niet worden
losgemaakt 9.1 Alle onderdelen reinigen met zeepsop en de binnenkant van het masker desinfecteren met een antisceptische oplossing. Geen oplosmiddelen op
basis van petroleum, gechloreerd of organisch. 9.2 Naspoelen met helder water. 9.3 Schudden om het overtollige water te verwijderen 9.4 Controleren of de kleppen
zijn beschadigd. Als zij beschadigd zijn, moet u het masker vervangen. 9.5 Een dichtheidstest uitvoeren. 9.6 De patronen niet reinigen.
UPDATE 30.07.2015
Type
A1
Gas en organische dampen met kookpunt >65°C
A2
Gas en organische dampen met kookpunt >65°C
Gas en organische dampen met kookpunt >65°C, ,
anorganische dampen SO
P2 R
P3 R
P3 R
P2 NR
Type
A1
Gas en organische dampen met kookpunt >65°C
P3 R
P3 R
P2 NR
Gebruik
, specifieke gassoorten en
2
ammoniak
Vaste en vloeibare deeltjes
Vaste en vloeibare deeltjes
Vaste en vloeibare deeltjes
Vaste en vloeibare deeltjes
Gebruik
Vaste en vloeibare deeltjes
Vaste en vloeibare deeltjes
Vaste en vloeibare deeltjes
) en koolmonoxide (CO). 3.8
2
– PAGE 8 / 32 –
Kleur
Norm
Bruin
EN14387:2004+A1:2008
Bruin
EN14387:2004+A1:2008
Bruin
Grijs
EN14387:2004+A1:2008
Geel
Groen
Wit
EN143:2000+A1:2006
Wit
EN143:2000+A1:2006
Wit
EN143:2000+A1:2006
Wit
EN143:2000+A1:2006
Kleur
Norm
Bruin
EN14387:2004
Wit
EN143:2000+A1:2006
Wit
EN143:2000+A1:2006
Wit
EN143:2000+A1:2006
Gebruik de uitrusting niet in ruimten waar de
MADE IN CHINA