Bedieningselementen en functies
BEDIENINGSELEMENTEN
1) Bedieningsknop van de choke
De bedieningsknop van de choke opent en sluit het chokeventiel in de carburateur. In de
"START"-stand wordt het brandstof-lucht-mengsel verrijkt, dat het starten van een koude
machine gemakkelijker maakt. In de "RUN"-stand wordt het juiste brandstof-lucht-
mengsel geleverd, zodra de machine opwarmt. Probeer nooit de machine stil te zetten
met de bedieningsknop van de choke.
2) Toerentalbedieningsring (indien voorzien) (niet getoond)
De bedieningsring voor stationair draaien verandert het toerental van hoog naar laag.
Draai de ring rechtsom, "RUN"-stand voor hoog toerental. De knop MOET in de "RUN"-
stand worden gezet, om een koude machine te starten. Door de ring linksom te draaien,
"IDLE"-stand, kan de machine op een laag toerental draaien. GEBRUIK APPARATUUR
NIET IN DE "IDLE"-STAND Opmerking: de toerentalbeheersring is alleen bedoeld om of
in de "RUN"-stand of in de "IDLE"-stand te werken.
3) RUN/STOP tuimelschakelaar op de machine
De tuimelschakelaar van de machine schakelt het ontstekingssysteem in en uit. Zet de
machineschakelaar in de RUN-stand, om de machine te starten. Zet de
sleutelschakelaar van de machine in de STOP-stand, om de machine uit te zetten.
3A) RUN/STOP sleutelschakelaar
De Run/Stop-sleutelschakelaar schakelt het ontstekingssysteem in en uit. Zet de
sleutelschakelaar van de machine in de RUN-stand, om de machine te kunnen starten
en de machine te bedrijven. Zet de sleutelschakelaar van de machine in de STOP-stand,
om de machine uit te zetten. Verwijder de sleutel om VEILIGHEIDSREDENEN, om
bedrijf zonder toezicht te vermijden.
4) Brandstof-regelknop
De brandstof-regelknop opent en sluit de doorgang tussen de brandstoftank en de
carburateur. De brandstof-regelknop moet in de "ON"-stand staan m de machine te
laten draaien. Wanneer de machine niet in gebruik is, vergeet dan niet de brandstof-
regelknop in de "OFF"-stand te zetten.
5) Veiligheidssleutelschakelaar
De veiligheidssleutelschakelaar activeert het elektrische systeem van de machine
en moet worden geïnstalleerd om de machine te starten.
6) Voorgloeilamp
Het voorgloeilampsysteem is bedoeld voor het verrijken van het brandstofmengsel voor
het starten van een koude machine. Gloei het brandstofsysteem NIET te veel voor. Om
het voorgloeilampsysteem correct te gebruiken, druk maximaal drie keer op
voorgloeilamp bij het starten van een koude machine. Gebruik het
voorgloeilampsysteem niet, wanneer u een warme machine probeert te starten.
7) Extra grote terugveerhendel
De machine wordt gestart door aan de terugveerhendel te trekken. Grijp die altijd stevig
vast en plaats uw lichaam in de juiste positie tijdens het trekken.
Om de machine te starten:
•
Trek langzaam aan de terugveerhendel, totdat u weerstand voelt.
•
Trek het touw er dan stevig zo ver mogelijk uit, om de machine te starten.
•
Buig nooit uw duim om de terugveerhendel, voor het geval dat de machine
terugslaat.
8) Extra grote tankdop
Voor gemakkelijk openen en sluiten om doelmatiger te tanken.
9) Elektrische starten (indien voorzien)
Wordt gebruikt om de machine met een 120V AC verlengsnoer te starten. Gebruik
altijd een verlengsnoer van de juiste afmetingen om schade aan de starter te
voorkomen.
10) Hoge olievulbuis
Maakt gunstige plaatsing mogelijk voor het toevoegen van olie tijdens de
levensduur van de machine. Controleer het oliepeil met de laagste vulplug,
volgens de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
.
4