Bediening
VOORDAT U DE MOTOR START
Houd rekening met het volgende voordat u de motor start:
•
Controleer het motoroliepeil.
•
Laat de motor ongeveer 15-20 seconden opwarmen voor u de vijzel of het aandrijfsysteem inschakelt.
DE MOTOR STARTEN (HANDMATIGE START) (ALLEEN MOTOREN MET CARBURATEURS)
1. Draai de brandstofklep naar de AAN-positie.
2. Draai de sleutel naar de RUN-positie.
3. Brandstofpomp (indien geïnstalleerd): 3x pompen maximaal. Over pomp het systeem NIET. Zorg ervoor dat u
het ontluchtingsgat afdekt voordat de pomp wordt samengedrukt. Houd de brandstofpomp gedurende één
volledige seconde in de samengedrukte positie telkens wanneer u erop drukt. Herhaal dit voor een totaal van
3x pompen.
4. Plaats uw lichaam zodat u dicht bij de motor staat. Pak de touwhandgreep stevig vast. Trek langzaam totdat u
weerstand voelt, trek dan stevig en snel aan het touw om de motor te starten en terugslag te voorkomen. STA
NOOIT ver weg van de motor of trek de touwhandgreep niet te ver uit. Als u dit doet, wordt de terugslag
beschadigd.
DE MOTOR STARTEN (HANDMATIGE START) (EFI)
1. Draai de sleutel naar de RUN-positie.
2. Plaats uw lichaam zodat u dicht bij de motor staat. Pak de touwhandgreep stevig vast. Trek langzaam totdat u
weerstand voelt, trek dan stevig en snel aan het touw om de motor te starten en terugslag te voorkomen. STA
NOOIT ver weg van de motor of trek de touwhandgreep niet te ver uit. Als u dit doet, wordt de terugslag
beschadigd.
TREKSTART PROCEDURE
1. Plaats uw lichaam
zodat u dicht bij de motor
staat.
DE MOTOR STARTEN (ELEKTRISCHE START) (ALLEEN MOTOREN MET CARBURATEURS)
1. Draai de brandstofklep naar de AAN-positie.
2. Brandstofpomp (indien geïnstalleerd): 3x pompen maximaal. Over pomp het systeem NIET. Zorg ervoor dat u
het ontluchtingsgat afdekt voordat de pomp wordt samengedrukt. Houd de brandstofpomp gedurende één
volledige seconde in de samengedrukte positie telkens wanneer u erop drukt. Herhaal dit voor een totaal van
3x pompen.
3. Draai de sleutel naar de startpositie ( RUN / STOP-sleutelschakelaar bevindt zich op het bedieningspaneel
van de apparatuur). Schakel de elektrische starter NOOIT langer dan vijf (5) seconden in. Als de motor niet
start, herhaal dan stap 2 en 3 na 1 minuut wachten).
DE MOTOR STARTEN (ELEKTRISCHE START) (EFI)
1. Draai desleutel naar de STARTPOSITIE. Schakel de elektrische starter NOOIT langer dan vijf (5) seconden in.
Als de motor niet start, wacht dan ongeveer 1 minuut en probeer het opnieuw.
2.
Houd
de
3. TREK LANGZAAM TOT U
terugslag
WEERSTAND
hendel stevig
dan stevig en snel aan het
vast.
touw om de motor te starten en
terugslag te voorkomen.
WARNING
VOELT,
trek
Sta nooit ver weg van de motor
of trek de touwhandgreep niet
te ver uit. Als u dit doet, wordt
de terugslag beschadigd
9