HEMOSTASEKLEP MET GROTE DIAMETER
BESCHRIJVING:
Verstelbare Merit AccessPLUS
INDICATIES EN GEBRUIK:
De hemostaseklep AccessPLUS/Access-9 wordt aanbevolen voor het in stand houden van
een vloeistofdichte verzegeling rond percutane transluminale angioplastiekatheters en
geleidingsdraden.
CONTRA-INDICATIES: geen contra-indicaties bekend
LET OP:
• Rx Only: onder de federale wetgeving van de Verenigde Staten mag dit instrument alleen worden
gebruikt door of op voorschrift van een arts.
• Lees de instructies van de fabrikant voor het gebruik van katheters, geleidingsdraden en
introducers.
• Na gebruik moet het instrument worden afgevoerd volgens de standaardprotocollen voor
biologisch gevaarlijk afval.
• In de EU moet elk ernstig incident dat zich heeft voorgedaan in verband met het hulpmiddel
worden gemeld bij de fabrikant en de bevoegde autoriteit van de betreffende lidstaat.
GEBRUIKSAANWIJZING:
Inspecteer het instrument voor gebruik om te controleren dat het niet beschadigd is geraakt
tijdens verzending.
1. Sluit de zijpoort van de hemostaseklep aan op het Merit-verdeelstuk. Spoel het geheel uit en vul
het met fysiologische zoutoplossing. U vult de klepsectie door de klep te openen, één vinger op
de Luer-aansluiting te houden en door te gaan met het vullen van het geheel.
2. Koppel de hemostaseklep aan de geleidingskatheter. Aspireer de klep om eventueel ingesloten
lucht te verwijderen en spoel deze grondig met zoutoplossing. Verwijder bloed door de klep te
openen terwijl u doorgaat met het spoelen van het verdeelstuk. Sluit de klep zodra het bloed is
verwijderd. Inspecteer zorgvuldig op luchtbellen en spoel zo nodig opnieuw.
3. Open de hemostaseklep en plaats de geleidingsdraad of katheter. (Plaats desgewenst de
geleidingsdraad-introducer en beweeg deze naar binnen door de klep.) Breng de geleidingsdraad
of katheter met een passende afstand in de vasculatuur in. Sluit de klep rond de schacht van de
geleidingsdraad, katheter of introducer. Hiermee vormt u een vloeistofdichte verzegeling, zonder
dat hierbij de bewegingen van geleidingsdraad, katheter of introducer worden belemmerd.
WAARSCHUWING:
Het is belangrijk dat de klep nauw genoeg aansluit dat bloedverlies wordt voorkomen, maar dat
deze niet zo strak zit dat de functie wordt gehinderd.
4. Raadpleeg de labels van de dilatatiekatheter voor het bedoelde gebruik, contra-indicaties en
mogelijke complicaties die samenhangen met het gebruik van dilatatiekatheters in PTCA en/of
PTA-procedures.
5. Trek de katheter terug tot het punt waarop de distale tip nog 10 tot 20 cm in de vasculatuur
zit. Open de klep en trek de katheter volledig terug. Tijdens insertie en verwijdering via de klep
moet de ballon volledig leeggelopen zijn voor veilige en gemakkelijke beweging door de klep.
6. Koppel de hemostaseklep los van de geleidingskatheter.
VOORZORGSMAATREGELEN:
Injecteer geen vloeistof als er luchtbellen te zien zijn binnen de klep. Aspireer eerst de klep om de
lucht te verwijderen en spoel dan de klep door, zoals hierboven beschreven. De hemostaseklep
moet volledig afgesloten zijn tijdens aspiratie of injectie. Het nauwste deel van de hemostaseklep
heeft een binnendiameter van 0,305 cm (ongeveer Ch 9).
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
/Merit Access-9
TM
TM
-hemostaseklep.
Nederlands