SYMBOLEN
2. SYMBOLEN
1
4
1) Let op! Gevaar. Een niet correct gebruik van
deze machine kan gevaarlijk zijn voor zichzelf en
de anderen.
2) Gevaar voor terugslag (kickback)! De terug-
slag veroorzaakt de bruuske en ongecontroleer-
de beweging van de kettingzaag naar de bedie-
ner toe. Ga altijd op veilige wijze te werk.
Gebruik kettingen voorzien van veiligheidsscha-
kels die eventuele terugslagen beperken.
3) Neem de machine nooit met een enkele hand
vast! Neem de machine stevig met beide handen
vast, om een betere controle te hebben over de
TOELICHTENDE SYMBOLEN OP DE MACHINE (indien aanwezig)
11
12
13
14
15
16
17
2
5
11) Brandstofreservoir
12) Oliereservoir ketting en regelaar oliepomp
13) Regelingen van de carburator
L = regeling brandstof lage snelheid
H = regeling brandstof hoge snelheid
T = regeling van het minimumtoerental
14) Chokeknop (Starter)
15) Knop voorinspuiting (Primer)
16) Kettingrem (het symbool
de positie aan waarin de rem vrijgegeven wordt)
17) Montagerichting ketting
3
6
machine en het risico voor terugslag te beper-
ken.
4) Voordat u deze machine in gebruik neemt,
eerst de handleiding lezen.
5) De persoon die deze machine dagelijks in
normale omstandigheden gebruikt kan blootge-
steld zijn aan een geluidsniveau van 85 dB (A) of
hoger. Gebruik een oorbescherming en draag
een veiligheidshelm.
6) Draag werkhandschoenen en veiligheids-
schoeisel!
geeft
3
NL