Bedienings- en indicatie-elementen
Aanwijzing
Bij een contactslot met lichtstand
het licht ingeschakeld wanneer de contact-
sleutel na het starten van de motor in deze
stand wordt teruggezet.
Contactslot met OCR-functie (afhankelijk
van model)
Afb. 6b
Dit contactslot is met een OCR-functie (= door de
gebruiker gecontroleerd maaien in achterwaartse
richting) uitgerust.
Starten: Sleutel naar rechts draaien
motor loopt en de sleutel vervolgens loslaten. Sleu-
tel staat op
(normale stand) en maakt het
voorwaarts maaien mogelijk.
OCR-stand: Sleutel naar links vanuit de normale stand
naar de stand voor achteruit maaien
draaien en op de schakelaar (1) drukken. De contro-
lelamp (2) brandt en geeft aan dat er nu achteruit en
vooruit met het apparaat kan worden gemaaid.
Stoppen: Draai de sleutel naar links naar
Aanwijzing
Gebruik de OCR-functie alleen indien beslist
noodzakelijk en werk anders in de normale
stand. De OCR-functie wordt automatisch
uitgeschakeld, zodra de sleutel naar de
normale stand wordt gedraaid of de motor
wordt uitgeschakeld (stopstand of uitschake-
ling van de motor door het veiligheidsblokke-
ringssysteem).
Choke (afhankelijk van uitvoering)
Afb. 7
Trek de choke uit voor een start met een koude
motor (Afb. 7a) of zet de gashendel in stand
(Afb. 7b).
Gashendel
Afb. 8
Motortoerental traploos instellen.
Snel motortoerental =
Langzaam motortoerental =
Koppelings-/rempedaal (alleen bij
modellen met Transmatic- en Autodri-
ve-aandrijving)
Afb. 9
Koppelen = pedaal half indrukken
Remmen = pedaal volledig indrukken
Aanwijzing
Dient ook voor activeren/deactiveren van de
parkeerrem.
Rempedaal
wordt
Afb. 9
Remmen = pedaal indrukken
Rijrichtinghendel (alleen bij modellen
met Transmatic- en Autodrive-aandrij-
ving)
, totdat de
Afb. 10
De instellingen mogen alleen worden gewijzigd als
de tractor stilstaat.
Druk hiervoor het koppelingsrempedaal helemaal in
en houd het ingedrukt
Vooruit = hendel op "F/
Vrijloop = hendel op „N"
Achteruit = hendel op "R/
De machine moet voor elke richtingswissel eerst tot
.
stilstand worden gebracht.
Hendel voor maaihoogte-instelling
Afb. 11
Grote maaihoogte , snijmechanisme hoog = hendel
op „5 (H)".
Kleine maaihoogte , snijmechanisme laag = hendel
op „1 (L)".
PTO-hendel
Afb. 12
Met de PTO-hendel wordt het snijmechanisme
mechanisch in-en uitgeschakeld.
Schakel het snijmechanisme uit 0 /
= Hendel naar achteren trekken, tot aan de aanslag.
Schakel het snijmechanisme in I /
= duw de hendel langzaam tot aan de aanslag naar
voren.
Parkeerrem voor apparaten met hy-
drostaataandrijving/ Automatic- en
Autodrive-aandrijving
Afb. 13
De parkeerrem activeren: Rempedaal/koppelings-
rempedaal helemaal indrukken en de hendel in de
stand "
De parkeerrem losmaken: Rempedaal/koppelings-
rempedaal helemaal indrukken en de hendel in de
stand "
Aanwijzing
Dient ook voor activeren/deactiveren van de
parkeerrem.
"
" zetten.
" zetten.
NL
"
59