10.0 INSTELLING VAN DE PARAMETERS
VOOR HET MMA LASSEN
Selecteer het gewenste type elektrode.
Selecteer de diameter van de elektrode.
Op het display worden de optimale lasparameters voorgesteld
op grond van de gemaakte keuzen. Druk op de toetsen T7 om
eventuele correcties aan te brengen aan de vooringestelde las-
stroom. Verander, indien nodig, de lasparameters met behulp
van de toets T1.
100
10.1 Instelling van de parameters voor het MMA lassen in de grafi-
sche modus
Een meer directe en makkelijkere methode voor het beheer van
de lasparameters wordt verkregen door de grafische modaliteit te
gebruiken. Om de grafische modaliteit te activeren hoeft u slechts
de toets F1 in te drukken vanuit het beeldscherm met de weerga-
ve van de parameters. De grafische modaliteit blijft ook na de
machine uitgezet te hebben actief. Om naar de tekstmodaliteit
terug te keren moet de toets F1 opnieuw ingedrukt worden.
Met de grafiek wordt het
kwalitatieve verloop van de
lasstroom weergegeven.
In de statusbalk staan de
indicator die aangeeft dat er
spanning in de uitgang aan-
wezig is en de metingen van
de lasspanning en -stroom.
Door de toets DATA CHANGE in te drukken kunnen de niet weer-
gegeven lasparameters gewijzigd worden. De statusbalk wordt dan
vervangen door de regel voor de invoer van de gegevens.
In de grafiek is expliciet de te wijzigen
lasparameter aangegeven.
De invoerregel bevat de naam en de numerieke
waarde van de te wijzigen parameter. Met de
toetsen T6 selecteert u de gewenste parameter;
dan stelt u de nieuwe waarde in en bevestigt hem
met de ENTER toets. Na deze handeling voltooid
te hebben verschijnt de statusbalk weer.
Op de eerste regel staan het type
en de diameter van de geselec-
teerde elektrode. Dit kan gewij-
zigd worden door de toets ESC in
te drukken en een nieuwe keuze
te maken op de tevoren beschre-
ven wijze.
Is de ingestelde lasstroom, die
gewijzigd kan worden met de
toetsen T7.