Door de toets F3 in te drukken wordt de synergetische modali-
teit geactiveerd, waarmee een expert lasser het geheel door de
machine geoptimaliseerde parameters aan zijn persoonlijke
wensen en aan bijzondere lassituaties kan aanpassen.
Op het display worden de synergetisch berekende lasparameters
weergegeven, met ernaast een correctiefactor (aanvankelijk ± 0)
die door de lasser aangepast kan worden met de normale pro-
cedure voor het wijzigen van de parameters. Om weer naar de
oorspronkelijke synergetische parameters terug te keren moet u
opnieuw de toets F3 indrukken.
104
13.1 Instelling van de parameters voor het MIG/MAG lassen in de
grafische modus
Een meer directe en makkelijkere methode voor het beheer van
de lasparameters wordt verkregen door de grafische modaliteit te
gebruiken. Om de grafische modaliteit te activeren hoeft u slechts
de toets F1 in te drukken vanuit het beeldscherm met de weerga-
ve van de parameters. De grafische modaliteit blijft ook na de
machine uitgezet te hebben actief. Om naar de tekstmodaliteit
terug te keren moet de toets F1 opnieuw ingedrukt worden.
Met de grafiek wordt het
kwalitatieve verloop van
de lasstroom weergegeven.
In de statusbalk staan de
indicator die aangeeft dat
er spanning in de uitgang
aanwezig is, de indicator
van de gasuitlaat en de
metingen van de lasspan-
ning en -stroom.
Op de eerste regel staan het type
procedure (Short of Pulserend), het
type en de diameter van de draad
en het type gebruikt gas waarmee u
lassen wilt. Dit kan gewijzigd wor-
den door de toets ESC in te druk-
ken en een nieuwe keuze te maken
op de tevoren beschreven wijze.
Is de ingestelde lasstroom, die
gewijzigd kan worden met de toet-
sen T7.
Door de lasser aangebrachte cor-
rectie van de door de synergie
berekende
lasspanning,
gewijzigd kan worden met de
toetsen T6.
die