Nederlands
6.2 Werking en bediening
Na aansluiting van het schakeltoestel op de voe-
dingsspanning en na iedere netuitval keert het
schakeltoestel in de bedrijfssituatie terug die voor
de spanningsuitval was ingesteld.
Eerst worden voor testdoeleinden alle LED's ca.
2 sec. aangestuurd. Daarna is het schakeltoestel
bedrijfsklaar.
6.2.1 Bedieningselementen van het schakeltoestel
(fig. 1)
Toetsen:
Handbedrijf (pos. 1)
Door het indrukken van de toets voor het handbe-
drijf schakelt de pomp in, onafhankelijk van het
signaal van de vlotterschakelaar, met alle veilig-
heidsfuncties zoals elektronische motorbeveili-
ging en bewaking van het wikkelingsveiligheid
door het WSK.
De groene LED "bedrijf pomp" (pos. 6) brandt
zolang de toets wordt ingedrukt. Deze functie is
bestemd voor de inbedrijfname en/of testsituaties.
Het handbedrijf loopt zolang de toets wordt inge-
drukt.
Stop (pos. 2)
Wanneer de stoptoets wordt ingedrukt is het
automatisch bedrijf uitgeschakeld en de groene
LED (pos. 5) knippert permanent.
De pomp wordt niet automatisch ingeschakeld.
Bij het bereiken van het hoogwaterniveau vindt er
een optische en akoestische alarmmelding plaats
en activeert het contact voor de verzamelsto-
ringsmelding.
Automatisch bedrijf (pos. 3)
In het automatisch bedrijf wordt de pomp aange-
stuurd op basis van het signaal van de vlotter-
schakelaar. Bij het bereiken van het inschakel-
niveau wordt het contact van de vlotterschakelaar
gesloten en de pomp ingeschakeld.
De groene LED (pos. 6) brandt continu.
Wanneer het uitschakelniveau wordt bereikt,
opent het contact van de vlotterschakelaar en de
op de potentiometer (fig. 2, pos. 2) ingestelde
nalooptijd begint te lopen.
De groeneLED (pos. 6) knippert totdat de inge-
stelde tijd is verstreken. Na afloop van de tijd
schakelt de pomp uit.
In het automatisch bedrijf zijn alle veiligheids-
functies, zoals elektronische motorbeveiliging en
bewaking door het WKS van de aangesloten
pomp, actief. Bij storing wordt een optische en
akoestische alarmmelding uitgegeven en de ver-
zamelstoringscontact (SSM) is actief.
Wanneer het hoogwaterniveau wordt bereikt,
vindt er een optische en akoestische alarmmel-
ding plaats en is het contact van de verzamelsto-
26
ringsmelding (SSM) actief. Bovendien vindt er een
gedwongen inschakeling van de pomp plaats voor
de verhoging van de veiligheid van de installatie.
Zoemer uit/reset (pos. 4)
Na optreden van een fout wordt door de geïnte-
greerde zoemer een akoestisch signaal uitgegeven.
Door kort indrukken van de toets wordt de zoemer
uitgeschakeld en de storingsmelding bevestigd.
Om de fout te bevestigen en de besturing weer vrij
te geven moet de toets ten minste een halve
seconde worden ingedrukt. Een fout kan enkel
worden bevestigd, wanneer fout en oorzaak zijn
verholpen.
Opgeslagen fouten
De besturing beschikt over een foutengeheugen.
Door de beide middelste toetsen tegelijkertijd
in te drukken wordt de als laatste opgeslagen
fout aangegeven door de betreffende LED (zie
10 Storingen, oorzaken en oplossingen).
Door de beide bovenste toetsen tegelijker-
tijd in te drukken wordt het foutengeheugen
gewist.
6.2.2 Indicaties op het schakeltoestel (fig. 1)
Automatisch bedrijf (pos. 5)
LED groen
• Knippert wanneer er stuurspanning op staat, maar
het automatisch bedrijf is uitgeschakeld.
• Brandt wanneer het automatisch bedrijf is inge-
schakeld.
Bedrijf pomp (pos. 6)
LED groen
• Brandt groen wanneer de pomp is ingeschakeld
(inschakelniveau bereikt).
• Knippert groen wanneer de ingestelde nalooptijd
van de pomp is verstreken.
Hoog water (pos. 7)
LED rood
• Brandt rood wanner het hoogwateralarm is geac-
tiveerd.
Storing overbelasting (pos. 8)
LED rood
• Brandt rood wanner het overstroomafschakelap-
paraat geactiveerd is. De instelling vindt plaats
met DIP-schakelaars (zie paragraaf 6.2.3).
• Knippert rood wanneer de besturing zonder last
wordt gebruikt.
Storing wikkeling (pos. 9)
LED rood
• Brandt rood wanner het wikkelingsveiligheids-
contact (WSK) geactiveerd is.
WILO SE 03/2010