Fasenvolgorde verkeerd (enkel bij 3~ uitvoering)
• Bij een verkeerde fasenvolgorde knipperen alle
LED's achtereenvolgens van rechts naar links
(looplicht). Er vindt een akoestische alarmmelding
plaats en het contact van de verzamelstorings-
melding (SSM) is actief.
6.2.3 DIP-schakelaars (fig. 2, pos. 1)
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan een geopend schakel-
toestel bestaat het gevaar voor elektrische
schok door de aanraking van onder spanning
staande onderdelen.
De werkzaamheden mogen enkel worden uitge-
voerd door vakpersoneel!
Voor het wijzigen van de DIP-schakelaarinstel-
lingen het apparaat spanningsvrij schakelen en
beveiligen tegen onbevoegd herinschakelen.
Interne elektronische motorbeveiliging (DIP 1-5)
Voor de beveiliging tegen overbelasting van de
motor moet het overstroomafschakelapparaat
met de DIP-schakelaars 1 tot 5 (1,5-12 A) worden
ingesteld op de nominale pompstroom.
Uitschakeling vindt plaats
• wanneer de ingestelde nominale pompstroom
wordt overschreden.
• na 10 sec., wanneer de stroom bij ingeschakelde
pomp de waarde van 300 mA heeft onderschreden
(enkel bij 3~ uitvoering).
De uitschakeling vindt plaats volgens een in de
software opgeslagen activeringscurve. Na iedere
overstroomactivering moet de fout met de reset-
toets worden bevestigd.
Wanneer de DIP-schakelaars 1 tot 5 in de OFF-
stand staan, is de kleinste stroomwaarde van
1,5 A ingesteld. Wanneer één of meer DIP-scha-
kelaars op de ON-stand worden gezet, moet de
waarde van de betreffende DIP-schakelaar (zie
tabel hieronder) bij de basiswaarde van 1,5 A
worden opgeteld.
DIP-
Stroom-
schakelaars
waarde
1
0,5 A
2
1,0 A
3
2,0 A
4
3,0 A
5
4,0 A
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control EC-Drain LS1
Met de DIP-schakelaars
wordt het elektronische
overstroomafschakelappa-
raat ingesteld en er kunnen
speciale functies zoals
pomp-kick en zoemer wor-
den geactiveerd.
Voorbeeld:
Nominale pompstroom 7,5 A
1,5 A (basiswaarde)
+ 2,0 A (DIP-schakelaar 3)
+ 4,0 A (DIP-schakelaar 5)
= 7,5 A (nominale pomp-
stroom)
Pomp-kick (DIP 6)
Ter voorkoming van langere stilstandtijden vindt
er een cyclische testloop plaats. De testloop wordt
met DIP-schakelaar 6 geactiveerd (ON) of gede-
activeerd (OFF) .
Een testloop van 2 sec. vindt plaats na een stil-
standtijd van de pompen van 24 uur.
Zoemer (DIP 7)
Met DIP-schakelaar 7 wordt de interne zoemer
geactiveerd (ON) of gedeactiveerd (OFF) . Bij span-
ningsuitval of bij uitgeschakelde hoofdschakelaar
kan de zoemer niet met de DIP-schakelaar worden
gedeactiveerd. Indien nodig moet hier de accu
(toebehoren) uit de houder worden verwijderd.
6.2.4 Nalooptijd (fig. 2, pos. 2)
Onder nalooptijd wordt verstaan, de tijd die verstrijkt
tussen het openen van het contact van de vlotter-
schakelaar tot het uitschakelen van de pomp.
De nalooptijd wordt ingesteld via de potentiome-
ter in het apparaat. De instelling vindt traploos
plaats van 0 tot 30 seconden.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan een geopend schakel-
toestel bestaat het gevaar voor elektrische
schok door de aanraking van onder spanning
staande onderdelen.
De werkzaamheden mogen enkel worden uitge-
voerd door vakpersoneel!
Voor het instellen van de potentiometer het
apparaat spanningsvrij schakelen en beveiligen
tegen onbevoegd herinschakelen.
6.2.5 Externe motorbeveiliging WSK
Wanneer de motor met een wikkelingsveiligheids-
contact (WSK) is uitgerust, dan moet deze op de
daarvoor bestemde klemmen 1 en 2 worden aan-
gesloten.
Bij motoren zonder WSK moet een draadbrug wor-
den aangebracht.
6.2.6 Hoogwateralarm
Om het hoogwateralarm te kunnen analyseren,
moet er een vlotterschakelaar worden aangeslo-
ten op de klemmen 5 en 6 (HW). Bij activering
vindt er een optische en akoestische melding
plaats en wordt de pomp gedwongen ingescha-
keld. De verzamelstoringsmelding is actief.
7 Installatie en elektrische aansluiting
GEVAAR! Levensgevaar!
Een ondeskundige installatie en elektrische
aansluiting kunnen levensgevaarlijk zijn.
• Installatie en elektrische aansluiting alleen door
vakpersoneel en volgens de geldende voor-
schriften laten uitvoeren!
• Voorschriften voor ongevallenpreventie in acht
nemen!
Nederlands
27