Navigatiemenu Van De Cockpit App; Prothesecomponenten Beheren; Prothesecomponent Toevoegen - Ottobock C-Leg 3C98-3 Instrucciones De Uso

7.3.1 Navigatiemenu van de Cockpit App

Product
MyModes
Functies
Opties
Status
Algemeen
Componenten beheren
Colofon/info

7.4 Prothesecomponenten beheren

In deze app kunnen verbindingen met maximaal vier verschillende prothesecomponenten worden
opgeslagen. Een prothesecomponent kan echter altijd maar met één eindapparaat tegelijk ver­
bonden zijn.
Voor het opbouwen van de verbinding moet rekening worden gehouden met de volgende
punten:
• De Bluetooth-functie van de prothesecomponent moet ingeschakeld zijn (zie pagina 289).
• De Bluetooth-functie van het eindapparaat moet ingeschakeld zijn.
• Het eindapparaat mag niet in een "vliegtuigmodus" (offline-modus) staan waarin alle draadlo­
ze verbindingen uitgeschakeld zijn.
Het eindapparaat moet een internetverbinding hebben.
•
• Het serienummer en de Bluetooth-PIN van de prothesecomponent waarmee verbinding wordt
gemaakt, moeten bekend zijn. Deze zijn te vinden op de meegeleverde Bluetooth PIN card.
Het serienummer begint met de letters "SN".
INFORMATIE
Neem bij verlies van de Bluetooth PIN Card met de Bluetooth-PIN en het serienummer van de
prothesecomponent contact op met uw orthopedisch instrumentmaker.

7.4.1 Prothesecomponent toevoegen

1) Raak in het hoofdmenu het symbool aan.
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
2) Raak in het navigatiemenu de optie "Componenten beheren" aan.
3) Houd de prothese met de voetzool naar boven of sluit de acculader aan en koppel hem weer
los om de herkenning (zichtbaarheid) van de Bluetooth-verbinding voor 2 minuten in te scha­
kelen.
4) Raak de knop Component toevoegen aan.
282
Als in de menu's het symbool
navigatiemenu. In dit menu kunnen er aanvullende instellingen
worden vastgelegd voor de prothesecomponent waarmee er
verbinding is.
Wisselen
Product
2. Golf
Naam van de prothesecomponent waarmee er verbinding is
MyModes
Terugkeren naar het hoofdmenu om naar een van de MyModes
te gaan
Functies
Extra functies van de prothesecomponent oproepen, bijv. Blue­
tooth uitschakelen (zie pagina 289)
Opties
Instellingen van de geselecteerde modus wijzigen (zie
pagina 287)
Status
Status opvragen van de prothesecomponent waarmee er verbin­
ding is (zie pagina 290)
Componenten beheren
Prothesecomponenten toevoegen/verwijderen (zie pagina 282)
Colofon/info
Juridische en andere informatie over de Cockpit App weergeven
wordt aangeraakt, verschijnt het