Pos.
Beschrijving
1
Reststroomonderbreker, type B
L1
Fase 1
L2
Fase 2
L3
Fase 3
PE
Aarding
7.8.2 Over- en onderspanningsbeveiliging
Over- en onderspanning kunnen optreden bij een
instabiele (net)voedingsspanning of een onjuiste
installatie. Het product wordt uitgeschakeld als de
spanning buiten het toelaatbare spanningsbereik valt.
Het product wordt automatisch opnieuw ingeschakeld
wanneer de spanning weer binnen het toelaatbare
spanningsbereik ligt. Het product heeft geen extra
beveiligingsrelais nodig.
Het product is beveiligd tegen pieken in de
voedingsspanning conform EN 61800-3. In
gebieden met grote kans op onweer
adviseren we om een extra
bliksembeveiliging aan te brengen.
Overspanningscategorie:
Het product is goedgekeurd voor toepassingen
binnen overspanningscategorie III.
7.8.3 Beveiliging tegen overbelasting
De instellingen voor de motorstroombeveiliging staan
vast voor elk motortype. Deze instellingen
waarborgen dat de motor wordt beschermd tegen
oververhitting in alle bedrijfsmodi met betrekking tot
voedingsspanning en asbelasting, inclusief
asblokkade.
De motoren zijn stroomgestuurd en verlagen het
toerental als de asbelasting met meer dan 10% van
de nominale belasting toeneemt.
Als het minimale toerental wordt bereikt, wordt de
motor uitgeschakeld.
Wanneer een storing een plotselinge toename van de
motorstroom veroorzaakt waarbij de piek van de
motorstroom 60% hoger is dan het nominale
vermogen, wordt de motor binnen 0,5 ms
uitgeschakeld.
Het product heeft geen extra beveiliging nodig.
7.8.4 Beveiliging tegen te hoge temperatuur
De motor wordt beschermd tegen oververhitting door
een temperatuursensor in de aandrijving. Deze
sensor registreert de afwezigheid van een
luchtstroom over de motor als het ventilatordeksel
geblokkeerd is. De beveiliging heeft ook een
ingebouwd geheugen.
256
De tijd tussen starten en uitschakelen vanwege
oververhitting is daarom altijd langer bij starten bij
een motortemperatuur die dicht bij de
omgevingstemperatuur ligt, in vergelijking met
herstarten na een uitschakeling vanwege
oververhitting.
7.8.5 Beveiliging tegen fase-onbalans
De fase-onbalans voor de voeding moet tot een
minimum worden beperkt. De driefasenmotor moet
worden aangesloten op een voedingsspanning met
een kwaliteit conform IEC 60146-1-1, klasse C. Dit
garandeert ook een lange levensduur van de
componenten.
7.8.6 Kortsluitstroom
Het circuit voor de kortsluitbeveiliging van de
elektronische stroomuitgang voldoet aan de eisen
van IEC 60364-4-41:2005/AMD1:-, Artikel 411.
Model K: Geschikt voor gebruik op een circuit dat
niet meer dan 5000 RMS symmetrische ampère kan
leveren, met een maximum van 400 V bij het gebruik
van gG-zekeringen. Zie het gedeelte over
zekeringswaardes.
7.9 Functionele modules
De functionele modules bestaan uit verscheidene
uitbreidingskaarten met verschillende typen ingangs-
en uitgangsklemmen waarmee de gebruiker
sensoren, schakelaars en relais aan kan sluiten.
De gebruiker kan slechts één functionele module
tegelijkertijd aansluiten.
Hierbij kan worden gekozen uit de volgende modules:
•
FM110
•
FM310
3)
•
FM311
3)
Zonder Bluetooth (BLE).
De keuze van de module hangt af van de toepassing
en het vereiste aantal ingangen en uitgangen.
7.9.1 Functionele module, FM110
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Zorg ervoor dat de draden van de
onderstaande groepen aansluitingen
over hun gehele lengte door middel
van dubbele isolatie van elkaar worden
gescheiden.