A. Voer de tip van het samenstel van toegangshuls en plaatsingssysteem op tot bij
de voorkant van het hulpmiddel (niet lostrekken).
B. Houd de ontplooiingsknop met uw rechterhand op zijn plaats en voer het
samenstel van toegangshuls en plaatsingssysteem voorzichtig over de
schouders van het hulpmiddel op. Plaats uw rechterduim ter stabilisatie tegen
het plaatsingssysteem. U voelt enige weerstand wanneer de schouders van
het hulpmiddel collaberen. Voer het samenstel verder op totdat het hulpmiddel
geheel gecollabeerd en ingesloten is (voorbij de ankers).
C. Trek het hulpmiddel terug totdat de distale draadpunten proximaal van de
markering liggen, en draai de hemostaseklep dan aan.
D. Trek het plaatsingssysteem los van de toegangshuls maar houd beide op hun
plaats. Verwijder het plaatsingssysteem langzaam.
E. Plaats de krulstaartkatheter zo nodig om de toegangshuls in het LAA te
verplaatsen.
F. Herhaal stap 7-14 met een nieuw plaatsingssysteem.
17. Loshalen van het WATCHMAN™-hulpmiddel: Controleer de positie, het anker, de
maat en de afdichting en voer het samenstel dan tot de voorkant van het hulpmiddel
op. Draai de ontplooiingsknop 3-5 volle slagen linksom. Controleer of de kerndraad
is losgekomen.
18. Verwijder de toegangshuls en het plaatsingssysteem op basis van de parameters
voor hemostase.
19. Pas de standaardzorg toe voor behandeling van postoperatieve bloeding op de
toegangsplaats.
20. Postoperatieve informatie
A. Na de ingreep moeten ALLE patiënten bij wie het hulpmiddel is geplaatst en die
in aanmerking komen voor een warfarinebehandeling, een behandeling met
warfarine volgen, of met een ander oraal anticoagulantium volgens het protocol
van de instelling. De patiënt moet tot ten minste 45 dagen na implantatie
81-100 mg aspirine of warfarine blijven gebruiken (INR 2,0-3,0). Verricht 45 dagen
na de implantatie een beoordeling van het hulpmiddel met TEE. Het staken van
de warfarinebehandeling wordt aan het oordeel van de arts overgelaten.
Patiënten die stoppen met warfarine moeten beginnen met 75 mg clopidogrel
per dag en de aspirinedosis verhogen tot 300-325 mg per dag gedurende de
6 maanden na de implantatie, en dan het gebruik van 300-325 mg aspirine
voor onbepaalde tijd voortzetten. Patiënten met contra-indicaties voor een
antistollingsbehandeling moeten beginnen met 75 mg clopidogrel per dag en de
aspirinedosis verhogen tot 300-325 mg per dag gedurende de 6 maanden na de
implantatie, en dan het gebruik van 300-325 mg aspirine voor onbepaalde tijd
voortzetten. Vijfenveertig dagen na de implantatie moet een visuele controle met
TEE plaatsvinden om het hulpmiddel te beoordelen.
B. Beoordeel het WATCHMAN-hulpmiddel na 45 dagen aan de hand van TEE.
• Bevestig dat er geen intracardiale trombus is.
• Verricht een beoordeling met kleurendoppler met inbegrip van het raakvlak
tussen het hulpmiddel en het LAA in de volgende TEE-vlakken (0°, 45°, 90° en
135°). Meet zonodig eventuele residuele uitstroming rondom het hulpmiddel.
C. Schrijf een gepaste endocarditisprofylaxe voor voor de periode van 6 maanden
na implantatie van het hulpmiddel. Het besluit om de endocarditisprofylaxe
langer dan 6 maanden voort te zetten wordt aan het oordeel van de arts
overgelaten.
GarantIe
Boston Scientific Corporation (BSC) garandeert dat er redelijke zorg is betracht bij het
ontwerpen en vervaardigen van dit instrument. Deze garantie vervangt en ontkracht
alle andere garanties die hier niet worden vermeld, hetzij uitdrukkelijk, hetzij impliciet
door de werking van de wet of anderszins, met inbegrip van, maar niet beperkt tot,
geïmpliceerde garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel.
Hanteren, opslag, schoonmaken en sterilisatie van dit instrument alsmede andere
factoren in verband met de patiënt, diagnose, behandeling, chirurgische ingrepen
en andere zaken die buiten de macht van BSC vallen, zijn direct van invloed op het
instrument en de resultaten die ermee worden verkregen. De aansprakelijkheid van
BSC volgens deze garantievoorwaarden is beperkt tot het repareren of vervangen van
dit instrument; BSC aanvaardt geen aansprakelijkheid voor incidentele of bijkomende
schade die direct dan wel indirect voortvloeit uit gebruik van dit instrument. BSC
aanvaardt geen, en geeft niemand de bevoegdheid tot het in naam van BSC aanvaarden
van, andere of aanvullende aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid in verband
met dit instrument. bsc aanvaardt geen aansprakelijkheid voor instrumenten die
opnieuw zijn gebruikt, verwerkt of gesteriliseerd en biedt geen uitdrukkelijke dan wel
impliciete garanties in verband met zulke instrumenten, met inbegrip van, maar niet
beperkt tot, garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaald doel.
Black (K) ∆E ≤5.0
36