A, kan op droge locaties en buiten worden gebruikt. De kabelingang boven, optie B, mag alleen worden
gebruikt op droge locaties.
LET OP!
Risico op binnendringend water. Regen en vocht kunnen het laadstation binnendringen wanneer de
kabelingang aan de bovenkant buiten wordt gebruikt, wat tot schade aan het laadstation kan leiden.
Opmerking
In de volgende afbeelding wordt een standaard installatiehoogte weergegeven. Houd u aan de plaatselijke
NL
toegankelijkheidsvoorschriften.
Checklist vóór de installatie
Controleer het volgende voorafgaand aan de installatie van het laadstation:
•
De installatie moet in overeenstemming zijn met IEC 60364 en alle toepasselijke lokale regelgeving.
•
Alle nodige vergunningen zijn verkregen van de lokale autoriteit met rechtsbevoegdheid.
•
De bestaande elektrische belasting is berekend om de maximale bedrijfsstroom voor de laadpaalinstallatie te
vinden.
•
Een miniatuurstroomonderbreker (MCB) en aardlekschakelaar (RCD) zijn stroomopwaarts geïnstalleerd en
hebben de aanbevolen ampèrages. Zie
•
De juiste specificatie van de voedingskabel is naar het installatiegebied geleid en er is voldoende kabellengte
om de draden te strippen en aan te sluiten.
•
De voedingskabel blijft tijdens en na de installatie binnen de buigtolerantie.
•
De aanbevolen gereedschappen zijn ter plaatse beschikbaar. Zie
•
De pluggen, schroeven en boorbit die voor de installatie van het laadstation worden gebruikt, zijn geschikt
voor de structuur van de muur.
242
Voedingsvereisten op pagina
Vereist gereedschap op pagina
4. Installatie-instructies
243.
243.