Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
24
12) Vloeistofgroep.
13) Klantspecifieke informatie.
14)* Mogelijke aansluitpunten.
15) Vloeistofgroep.
16) Ruimte voor het CE-merkteken, de Richtlijn 97/23/
EG, artikel 3.3 of een andere goedkeuring.
*) Tekening op kenplaat met mogelijke aansluitpunten
afhankelijk van uitvoering warmtewisselaar.
Voorzichtig: U dient de warmtewisselaar zodanig
te installeren en te gebruiken dat er voor het
personeel geen kans op letsel bestaat en de
eigendommen geen schade ondervinden.
Opmerking: Tenzij anders aangegeven gelden voor
koeltoepasssingen de productgegevens van normale
koelmiddelen, d.w.z. HFC en HCFC. Bij eventueel gebruik
van de warmtewisselaar met brandbare, giftige of
gevaarlijke vloeistoffen (bijv. koolwater-stoffen) dient u
van tevoren advies te vragen aan de fabrikant. Bij gebruik
dient u de geldende veiligheidsvoorschriften voor het
hanteren van dergelijke vloeistoffen in acht te nemen.
Voor meer informatie wordt verwezen naar de Internet-site
van de leverancier.
Installatie
U dient de installatie uit te rusten met apparatuur die de
warmte-wisselaar beschermt tegen drukken en temperatu-
ren die buiten de op de kenplaat aangegeven goedgekeurde
minimum- en maximumwaarden vallen.
Voor optimale prestaties bij de warmteoverdracht dient u
de warmtewisselaar zodanig aan te sluiten dat de media in
tegengestelde richting door de warmtewisselaar stromen
(tegenstrooms). Houd bij de installatiewerkzaamheden
rekening met brandgevaar, d.w.z. denk aan de afstand tot
brandbare stoffen.
Koeltoepassingen – figuur A1 toont de installatie van een
verdamper, die u zowel aan de voor- als achterkant kunt
aansluiten. Figuur B1 toont een condensor.
Figuur C1 toont een apparaat met een dubbel circuit. Dit
apparaat heeft één watercircuit en twee onafhankelijke
koelmiddelcircuits. Tenzij anders aangegeven, hebben de
koelmiddelcircuits diagonale stroming. Sluit het koelmiddel
aan op de kant met de hardgesoldeerde aansluitingen (of
Rotalock), met voor een verdamper de toevoer aan de
onderkant. De expansieklep moet minstens 150-200 mm
verwijderd zijn van aansluiting S3. Pijpbochten tussen de
expansieklep en de aansluiting dienen te worden vermeden.
Bestel de warmtewisselaar met de plaats van de aansluiting
voor de vloeistofzijde (water) die het beste past bij uw
installatie, d.w.z. (S1, S2) of (T1, T2).
Montage
In een stijf pijpsysteem kunt u de kleinere warmtewissel-
aars (met een gewicht van 1–6 kg) direct aan de pijpen
hangen (figuur A2). De grotere warmtewisselaars dient u
met steunen vast te zetten (figuur D2) die speciaal voor
een bepaalde warmtewisselaar bestemd zijn (accessoire),
of met bandbeugels (figuur C2) of bouten (figuur B2) vast
te zetten. U kunt de bouten ook op bestelling aan de voor-
of achterkant laten lassen. U dient de M8-bouten vast te
draaien met een aanhaalmoment van 10–12 Nm en de
M10-bouten met 22–25 Nm.
Bij kans op trillingen dient u trillingsbestendige steunen te
gebruiken, zoals in figuur A2 is aangegeven. Warmte-
wisselaars voorzien van koelmiddelverdeelkoppen dient u
zodanig te monteren dat de verdeelkop aan de onderkant
zit. Voor grotere apparaten zijn voetjes en hijsogen
beschikbaar. U dient deze componenten te monteren zoals
in figuur D2 is aangegeven.
N.B. Het pijpwerk dient u goed te verankeren en het mag
de aansluitingen van de warmtewisselaar niet belasten.
N.B. Bij gebruik als verdamper en bij installaties waarbij er
bij de media een faseverandering optreedt, dient u de
warmte-wisselaar verticaal te monteren.
Aansluitingen (figuur 3)
Schroefdraadverbindingen – Gebruik bij het aansluiten van
de pijp een momentsleutel en houd u aan de aangegeven
grenzen. Sommige modellen worden met Victaulic-
aansluitingen geleverd.
Hardsoldeerverbindingen – Maak de diverse contactvlakken
schoon door middel van schuren en ontvetten. Gebruik
metaal met een soldeerkwaliteit die geschikt is voor de
materialen die u wilt hardsolderen en doe dit bij de juiste
hardsoldeer-temperatuur.
Lasverbindingen – TIG- of MIG-lassen.
N.B. Bescherm de warmtewisselaar tijdens het hardsolde-
ren of lassen tegen oververhitting door een natte doek om
de aansluiting te wikkelen. Het inwendige hardsoldeer-
metaal aan de binnenkant van de warmtewisselaar zou
door oververhitting kunnen smelten.
Kans op bevriezing
Bij te lage temperaturen is er kans op bevriezing. Als er
kans op bevriezing bestaat, dient u de warmtewisselaars
die niet in gebruik zijn te legen en droog te blazen.
N.B. Om schade door bevriezing te voorkomen, dient u bij
bedrijfsomstandigheden onder het vriespunt van het
medium, antivries aan het medium toe te voegen.
N.B. Bij kans op het binnendringen van vreemde deeltjes
dient u ter bescherming een filter te gebruiken. Als u
twijfels hebt over de maximale deeltjesgrootte, raadpleeg
dan de dichtsbijzijnde dealer van uw leverancier of kijk
onder Product-informatie op de Internet-site van de
leverancier.
N.B. Bij gebruik als verdamper (figuur 4) dient u:
25
Publicidad
