9. Moduskeuze
Op het systeemgewricht vindt u een bedieningshendel en de drie gela-
serde letters F, A en L. F staat voor Free-modus, A staat voor Auto-mo-
dus en L staat voor Lock-modus (afb. 21). De beschikbare modi Auto,
Free en Lock kunnen met de bedieningshendel worden ingesteld.
Modus-instelling Toelichting
van de Auto- naar
De patiënt moet de gestrekte orthese ontlasten, d.w.z. hij oefent geen
de Lock-modus
kracht op de orthese uit.
van de Lock- naar
De patiënt moet de gestrekte orthese ontlasten, d.w.z. hij oefent geen
de Auto-modus
kracht op de orthese uit.
De patiënt moet een extensiemoment opbrengen, zodat de orthese is
van de Auto- naar
ontgrendeld. Hij kan hierbij zitten en met de hand de knie naar achteren
de Free-modus
duwen.
van de Free- naar
De patiënt hoeft nergens rekening mee te houden.
de Auto-modus
De patiënt moet de orthese eerst ontlasten om over te kunnen schakelen
van de Lock- naar
naar de Auto-modus. Daarna moet hij een extensiemoment opbrengen, zo-
de Free-modus
dat de orthese is ontgrendeld en hij kan overschakelen naar de Free-modus.
10. Verbinding met systeemenkelgewricht
Het NEURO MATIC systeemkniegewricht werkt alleen nog in combinatie met een systeem-
enkelgewricht. Door een mechanische verbinding met het systeemenkelgewricht wordt
het systeemkniegewricht met automatische vergrendeling via de afzonderlijke gangfasen
gestuurd (zie ook hoofdstuk 11.1).
10.1 NEURO VARIO-SPRING systeemenkelgewricht
Het NEURO MATIC systeemkniegewricht kan met behulp van een bij het systeemenkel-
gewricht passende adapterschroef (afb. 25) met het NEURO VARIO-SPRING systeemenkel-
gewricht worden verbonden.
10.2 NEURO VARIO-SWING, NEURO SWING en NEURO SWING 2
systeemenkelgewricht
Het NEURO MATIC systeemkniegewricht kan met behulp van een bij het systeem-
enkelgewricht passende adaptereenheid (afb. 26) met het NEURO VARIO-SWING,
NEURO SWING of NEURO SWING 2 systeemenkelgewricht worden verbonden.
Afb. 22
Afb. 23
Afb. 21
Afbeelding
22 en 23
22 en 23
24
zonder afb.
zonder afb.
Afb. 24
Afb. 25
Afb. 26
103