14.2 Dekplaatonderdelen vervangen
3
Als een apart onderdeel van de dekplaat is versleten, moet het door een
nieuw onderdeel worden vervangen. Om de dekplaat weer te monteren,
gaat u als volgt te werk (afb. 28):
6
7
1
2
1 Plaats de glijschijf (1) op de bedieningshendel (2).
2 Schuif de bedieningshendel in het gat in de dekplaat (3).
3 Schuif de kogel (4) en de drukveer (5) in de bedieningshendel.
4 Plaats de schakelpal (6) van achter op de bedieningshendel.
5 Fixeer de bouwgroep met de borgring voor assen (7) op de dekplaat.
4
5
14.3 Schoonmaken
Afb. 28
Het systeemgewricht moet indien nodig en bij het regelmatig uitge-
voerde onderhoud worden schoongemaakt. Demonteer daarvoor het
systeemgewricht en maak de vuile systeemcomponenten schoon met
een droge doek.
108