5.
Breng de disposable binnencanule met 15 mm-connector in en zet hem vast. De disposable
binnencanule wordt vastgezet door de connector aan te duwen totdat beide kliksluitingen
over de ring van de buitencanule geschoven zijn. De buitencanule mag alleen met ingebrachte
disposable binnencanule gebruikt worden, tenzij de disposable decanulatieplug (DDCP)
gebruikt wordt.
LET OP:
Om uitoefenen van druk op de patiënt te vermijden, kunnen de borgingen op
de connector een beetje geopend worden en kunt u de halsplaat met uw vrije
hand stabiliseren tijdens het vastzetten.
Controleer of de snap-lock-connector goed op zijn plaats bevestigd is. Als
onderdelen versleten raken of losser gaan zitten, moet u dit onmiddellijk aan
uw arts laten weten, zodat de tracheacanule meteen vervangen kan worden.
Vullen van de cuff
WAARSCHUWINGEN:
VOOR HET VULLEN VAN DE CUFF MAG ONDER GEEN BEDING EEN DRUK VAN
MEER DAN 25 mm HG GEBRUIKT WORDEN. EEN TEVEEL VULLEN VAN DE
CUFF KAN TRAUMA AAN DE TRACHEA VEROORZAKEN EN DE BEADEMING
BELEMMEREN.
ALS EXTRA VOORZORGSMAATREGEL BIJ PATIËNTEN DIE AFHANKELIJK ZIJN
VAN MECHANISCHE BEADEMING, DIENT DE MATE WAARIN DE CUFF GEVULD
IS REGELMATIG GECONTROLEERD TE WORDEN EN MOETEN RESERVE-
TRACHEACANULES BINNEN HANDBEREIK GEHOUDEN WORDEN.
6.
Vul de lage-druk-cuff door met een injectiespuit lucht te spuiten in het Luer-ventiel van het
insufflatiekanaaltje. De uiteindelijke keuze van de procedure voor het vullen en legen van de
cuff wordt overgelaten aan de arts.
LET OP:
Dit product is vervaardigd van zachte materialen, zodat het zich conformeert
aan het tracheaweefsel voor betere prestatie en groter comfort van de
patiënt. Enige eenvoudige voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de
Shiley tracheacanules met cuff tijdens en na het inbrengen zullen ervoor
zorgen dat het product goed functioneert en dat scheuren of afbreken
van het insufflatiesysteem wordt voorkomen. Trek zo min mogelijk aan het
insufflatiekanaaltje en manipuleer dit zo min mogelijk: dit kanaaltje is bedoeld
als onderdeel van het cuffinsufflatie systeem alleen om lucht door te verplaatsen
en vast te houden. Positioneer het kanaaltje op een wijze waarbij de patiënt
mobiel is zonder dat er trekbelasting onstaat op de verbinding tussen kanaaltje
en de canule. Voorkom dat pluis of anderssoortige stoff binnendringt in het
Luer-ventiel van het controle ballonnetje.
7.
Fixeer de tracheacanule met het bijgeleverde fixatiebandje.
55