5
O O n n d d e e r r h h o o u u d d
5.1
Inspectie
•
Het hulpmiddel moet regelmatig worden geïnspecteerd. Als u een probleem waarneemt
of vermoedt, retourneert u het hulpmiddel voor beoordeling en eventueel reparatie.
•
Inspecteer of alle onderdelen schoon zijn. Als zich vocht of weefsel heeft opgehoopt,
dient u bovenstaande reinigings- en sterilisatieprocedures te herhalen.
5.2
Opslag
Bewaar het hulpmiddel in een droge, schone en stofvrije omgeving bij kamertemperatuur.
5.3
Verwachte gebruiksduur
De verwachte gebruiksduur van de kabel is 100 ontsmettingscycli. Controleer voor gebruik
de kabel op schade en test of het hulpmiddel goed functioneert. Als het hulpmiddel tekenen
van schade of een slechte werking vertoont, mag het niet worden gebruikt. Wanneer het
apparaat het einde van de gebruiksduur heeft bereikt, dient u het af te voeren volgens
plaatselijke wetten en ziekenhuisregels.
NL- 111