De variabele functietoets [Clear ID Interval] wordt gebruikt voor het selecteren van
het tijdsinterval (Geen, 5 minuten, 10 minuten, 20 minuten, 60 minuten of
120 minuten) dat verloopt voordat de ID's van patiënten en gebruikers zijn gewist.
Als de patiënt-ID en de gebruiker-ID zijn gewist, moeten ze opnieuw worden
ingevoerd vóór het testen.
De variabele functietoets [QC Lockout] wordt gebruikt voor het instellen van de
functie Blokkeren kwaliteitscontrole op een van de volgende opties: OFF, Warning
of ON.
De variabele functietoets [QC Interval Setup] wordt gebruikt voor het instellen van
het vereiste interval voor het uitvoeren van de vloeibare en elektronisch
kwaliteitscontroletests. De opties voor vloeibare controletests zijn: Geen, 8 uur of
7 dagen. De opties voor ACTtrac zijn: Geen of 8 uur.
De variabele functietoets [Cartridge Enable Setup] wordt gebruikt voor het
activeren of deactiveren van de verschillende typen cartridges die met het ACT
®
Plus
-apparaat kunnen worden gebruikt.
De variabele functietoets [Download Settings] wordt gebruikt voor het opslaan
van alle parameters en instellingen van het apparaat op een diskette of op een
USB-opslagapparaat.
De variabele functietoets [Perm Record] wordt gebruikt om aan te geven hoe
opgeslagen gegevens moeten worden bijgehouden. De opties zijn: None, Floppy,
USB of Electronic.
De variabele functietoets [Instrument Upgrade] wordt gebruikt voor het installeren
van upgrades van de ACT Plus
De locatie van het ACT Plus
Vanuit het instellingenscherm van de kwaliteitscontrolemanager:
1. Selecteer [Location] voor het wijzigen van de gewenste locatie.
2. Blijf op [Location] drukken totdat de juiste locatie is gevonden.
3. Druk op [Enter] om de invoer te bevestigen.
Gebruiker-ID's toevoegen/verwijderen:
Opmerking: Er kunnen maximaal 600 gebruiker-ID's in de ACT Plus worden
ingevoerd.
®
ACT Plus
Gebruikershandleiding
®
-software.
®
-apparaat selecteren:
Nederlands 337