Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
stoten loskomen van de houder.
Installatie van de zuigleiding AAL Aspiration and Anticoagulation Line
1.
Zet de IV-standaard in de hoogste stand.
2.
Bereid een zak of flacon met antistollingsoplossing met heparine, ACD-A of CPDA-1
voor. Als heparine wordt gebruikt, mengt u 30,000-60,000 I.U. heparine per liter steriele
(injecteerbare) isotone zoutoplossing om voldoende antistolling van getransfundeerd
bloed te garanderen.
3.
Neem de zuigleiding met dubbel lumen uit de verpakking en open de buitenverpakking
voorzichtig.
4.
Plaats de zuigleiding in de steriele binnenverpakking in het steriele veld.
5.
Pak de zuigleiding in het steriele veld uit, verwijder de bescherming en sluit de
connector aan op een zuigcanule.
6.
Reik het andere uiteinde (het gesplitste uiteinde) van de zuigleiding vanuit het steriele
veld aan de bediener van de autotransfusieapparatuur XTRA aan.
7.
Sluit de rolklem op de dunne slang.
8.
Verwijder de bescherming van de dikke slang van de zuigleiding.
9.
Sluit de slang aan op een van de inlaatpoorten op het deksel van het reservoir. De
inlaatpoorten maken een hoek van 45°, zijn voorzien van een oranje dop en zijn
gemarkeerd met de tekst SUCTION.
10.
Hang de container met antistollingsoplossing aan een van de houders van de IV-
standaard.
11.
Prik de container met antistollingsoplossing met een aseptische techniek door.
Installatie van de vacuümleiding VEL Vacuum Extension Line
1.
Sluit een uiteinde van de vacuümleiding aan op het vacuümsysteem XVAC van de
autotransfusieapparatuur XTRA (of een andere vacuümbron).
2.
Sluit het andere uiteinde aan op de vacuümpoort (met gele dop, gemarkeerd met de
tekst VACUUM) op het deksel van het XRES Blood Collection Reservoir.
Installatie van de Cardio Kit (alleen voor de opvangset cardio, anders de volgende
stappen overslaan)
De Y-adapter aansluiten op het XRES Blood Collection Reservoir.
1.
Sluit de klemmen op de Y-adaptervertakkingen waarop andere aansluitingen tot
stand moeten worden gebracht.
OPMERKING: De vertakking die eindigt met een mannelijke poort wordt gebruik
voor aansluiting van het reservoir op de Bowl Set; de vertakking die eindigt met
een vrouwelijke poort wordt gebruikt voor aansluiting van het reservoir op een
circuit of oxygenator voor ECC via de verlengleiding van de oxygenator.
2.
Sluit de ¼" Y-adapter aan op de uitlaat van het XRES Blood Collection Reservoir:
A.
op het deksel van het reservoir, gemarkeerd met de tekst WASH en
voorzien van een blauwe dop, voor een Bloedopvangreservoir
BOVEN.
B.
aan de onderkant van het reservoir, voor een
Bloedopvangreservoir ONDER
De verlengleiding van de oxygenator aansluiten op een circuit of oxygenator voor
ECC
1.
Sluit de 1/4" adapterslangen in de Cardio Kit aan op een 1/4" connector van het
circuit alvorens de primingvloeistof aan het circuit of de oxygenator voor ECC toe
te voegen.
2.
Sluit de ¼" adapterslang met een klem, houd het beschermingskapje op zijn
plaats om de steriliteit te behouden. Verwijder tijdens de primingcirculatie de lucht
uit het circuit.
3.
Sluit het ene uiteinde van de verlengleiding aan op het vrije uiteinde van de ¼"
adapterslang
4.
Sluit het andere uiteinde aan op de vrouwelijke connector op de Y-
adaptervertakking of rechtstreeks op de bowlset.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Bloedopvang en antistolling
1.
Schakel het vacuümsysteem in door onderstaande instructies voor het gebruikte
systeem te volgen.
a)
Als het vacuümsysteem XVAC is aangesloten op de autotransfusieapparatuur
XTRA:
a.1.
Verzeker u ervan dat het vacuümsysteem XVAC op de
autotransfusieapparatuur XTRA is aangesloten en dat de aan/uit-
schakelaar aan de achterzijde van de vacuümeenheid in de stand AAN
staat.
a.2.
Schakel de XTRA in en wacht tot het systeem is opgestart
a.3.
Stel het vacuümniveau in via het vacuümdisplay op het scherm van de
celscheider
OPMERKING:
Zodra het systeem is opgestart, wordt het vacuümniveau ingesteld via het
vacuümdisplay op het scherm van de celscheider
Als tijdens een noodsituatie vacuüm nodig is terwijl de XTRA aan het
opstarten is, kan de zuiging rechtstreeks worden ingesteld via het
30
b)
Als het vacuümsysteem XVAC van de de autotransfusieapparatuur los wordt
gebruikt:
b.1.
b.2.
b.3.
c)
Als er een vacuümregelaar wordt gebruikt:
c.1.
c.2.
c.3.
SORIN GROUP ITALIA raadt aan om tijdens transfusieprocedures een negatieve
druk van -150 mmHg (20 Kpa/0,2 Bar/-2,9 psi) niet te overschrijden, aangezien een
overmatig vacuüm hemolyse van het verkregen bloed versterkt
2.
Stel het vacuüm in op een niveau van niet meer dan 150 mmHg (20 kPa) conform de
AABB-richtlijnen.
3.
Verzeker u ervan dat de bescherming aan het uiteinde van de zuigleiding in het steriele
veld is verwijderd en dat de zuigpunt open is voor de atmosfeer (niet geblokkeerd).
4.
Open, terwijl het vacuümsysteem is ingeschakeld, de rolklem op de dunne slang en laat
200 ml antistollingsoplossing in het reservoir lopen voordat u met bloedopvang begint.
Dit volume moet ervoor zorgen dat de bloedcontactoppervlakken vochtig genoeg zijn.
Sluit de rolklem als er vóór verwerking sprake is van enige vertraging.
5.
Stel de stroomsnelheid van de antistollingsoplossing na overdracht van de
antistollingsoplossing naar het reservoir in op 60 tot 100 druppels per minuut. De lagere
stroomsnelheid is geschikt voor ACD-A of CPDA-1 en de hogere snelheid is geschikt
voor heparine. Verhoog de snelheid bij zware bloeding dienovereenkomstig.
OPMERKING: de stroming van antistollingsmiddel in het reservoir wordt handmatig geregeld
via de rolklem op de antistollingsleiding. Deze stroom moet worden aangepast aan de
snelheid van bloedopvang uit het operatieveld. Als de opvangsnelheid varieert zonder dat de
stroming van antistollingsmiddel wordt aangepast, kan de verhouding tussen antistolling en
bloed te laag of te hoog zijn. Het bloed in het reservoir kan gaan stollen als er te weinig
antistollingsmiddel aanwezig is.
In geval van overtollig heparine in het opvangreservoir ten gevolge van onjuiste
verhoudingen, kan het verkregen bloed heparineresten bevatten.
In geval van verlaagde antitrombine III-concentraties bij de patiënt bij antistolling
met heparine, raadpleegt u de arts voor alternatieve antistolling.
Gebruik de luer lock connectie met filter wanneer je - buiten de aspiratielijn om -
bloed in het reservoir wilt brengen.
Als tijdens bloedopvang geen geschikte antistolling wordt gehandhaafd, kan dit
leiden tot overmatige stolling en mogelijke obstructie van het opvangreservoir of
de centrifugebowl.
Vul het reservoir vóór opvang van bloed met ongeveer 200 ml
antistollingsoplossing.
Wanneer er tijdens bloedtransfusie een antistollingsoplossing met ACD-A of
CPDA-1 wordt gebruikt, gebruik dan geen ringerlactaatoplossing bij navolgende
spoeling.
Het XRES Blood Collection Reservoir reservoir is voorzien van drie schaalverdelingen onder
een hoek van 180°, zodat de gebruiker het vloeistofniveau in het reservoir vanuit elke positie
kan controleren. De indicatie die door de schaalverdeling wordt gegeven, dient uitsluitend als
grove aanduiding van de vloeistof in het apparaat te worden beschouwd.
Het XRES Blood Collection Reservoir is voorzien van een veiligheidsniveauklep ter
onderbreking van zuiging en om te voorkomen dat het opgevangen bloed in de vacuümleiding
terechtkomt. Als deze veiligheidsniveauklep wordt geactiveerd, volgt u de onderstaande
instructies om de zuiging weer op het operatieveld in te stellen:
1.
Schakel het vacuüm tijdelijk uit en verwerk de vloeistof in het reservoir tot het niveau
onder de veiligheidsklep ligt.
2.
Trek aan de gele tab op de connector met de markering VACUUM en verzeker u ervan
dat de klep in de geleider is gedaald.
3.
Laat de gele tab los en stel de zuiging opnieuw in.
Er is een drukbeveiligingsklep aanwezig om implosie van het apparaat te
NL - NEDERLANDS
bedieningspaneel van het vacuümsysteem XVAC (zie hoofdstuk 13 van
de bedieningshandleiding van de XTRA voor meer informatie), tot het
opstarten is voltooid. Vanaf dat moment kan het niveau alleen via het
scherm van de celscheider worden ingesteld.
Verzeker u ervan dat de aan/uit-schakelaar aan de achterzijde van de
vacuümeenheid in de stand AAN staat.
Schakel het vacuümsysteem XVAC in via de AAN/UIT-schakelaar op het
bedieningspaneel.
Stel het vacuümniveau in via het bedieningspaneel.
Schakel de vacuümregelaar in.
Sluit alle leidingen met uitzondering van de vacuümleiding met een klem
af (de zuigleiding en de Y-adapter, indien aanwezig) en stel het
vacuümniveau in.
Open de leidingen vervolgens weer en handhaaf daarbij het vacuüm.
Publicidad
Tabla de contenido
