AANBEVELINGEN VOOR PRODUCT
Aanbevelingen betreffende plaatsingskatheters en voerdraden
voor embolisatiecoils
Coilmaat
diameter
0,025 inch
0,035 inch
0,038 inch
Plaatsingsmethode en maatbepaling van de coil
Voor langetermijnocclusie moet het bloedvat over de volledige
dwarsdoorsnede worden afgesloten; met coaxiale katheters kan de plaatsing
van de coil worden gestuurd om permanente occlusie te verkrijgen. De
combinatie van de coaxiale techniek met hetzij de ankertechniek of de
'scaffold'-techniek vergroot de stabiliteit van de ontplooide coil aanzienlijk.
• Coaxiale techniek: Het gebruik van een buitenste geleidesheath/katheter
is de belangrijkste stap om verlenging van de coil en onbetrouwbare
langetermijnocclusie te voorkomen. De buitenste geleidesheath/katheter
biedt steun en met de binnenste katheter kunnen fijne, selectieve
manoeuvres worden uitgevoerd. (Afb. 3)
• Ankertechniek: Met de ankertechniek kan een veilige distale occlusie
worden verkregen als er twijfel is over de stabiliteit van de coils. Minimaal
2 cm coil wordt opgevoerd in een zijvat, dat normaliter opgeofferd wordt.
De rest van de coil wordt dan net proximaal van het zijvat ontplooid.
Vervolgens worden er extra coils ingebracht. (Afb. 4) NB: Gebruik voor de
ankertechniek een coil langer dan 10 cm.
• 'Scaffold'-techniek: De 'scaffold'-techniek (met een ondersteunende kluwen
van coils oftewel een 'scaffold') wordt gebruikt bij vaten met een hoge flow
waar bezorgdheid kan bestaan over eventueel migreren van zachtere coils.
Er wordt eerst een Inconel coil geplaatst. Daarna kan er een aantal Inconel of
platina coils (zachte coils) ín de 'scaffold' worden gepakt. (Afb. 5)
In het algemeen geldt dat de als eerste gekozen coil een 20% of minstens
2 mm grotere diameter moet hebben dan het vat dat geoccludeerd wordt.
GEBRUIKSAANWIJZING
NB: De embolisatiecoil is bij levering voorgeladen in de laadhuls.
1. Voer vóór de embolisatie een angiogram uit om te bevestigen dat de
katheter optimaal geplaatst is.
2. Pak de laadhuls stevig beet tussen duim en wijsvinger. Breng het metalen
uiteinde van de laadhuls in de onderkant van het katheteraanzetstuk
in. Vergrendel de laadhuls op het katheteraanzetstuk door de Luerlock-
adapter rechtsom te draaien. (Afb. 1)
3. Houd de huls op zijn plaats en voer het stijve gedeelte van de voerdraad
in de laadcanule op. Duw de coil in de eerste 20 à 30 centimeter van de
angiografiekatheter. (Afb. 2) Verwijder de voerdraad en laadhuls.
4. Voer de embolisatiecoil met behulp van de flexibele tip van de
voerdraad op naar de tip van de katheter. Controleer de positie van de
angiografiekatheter alvorens de coil te ontplooien.
5. Ontplooi de coil door de voerdraad op te voeren voorbij de tip van de
katheter.
6. Verricht een uiteindelijk angiogram om de positie van de coil binnen het
te behandelen bloedvat te bevestigen.
WIJZE VAN LEVERING
Wordt steriel (gesteriliseerd met ethyleenoxide) in gemakkelijk open te
trekken verpakkingen geleverd. Bestemd voor eenmalig gebruik. Steriel
indien de verpakking ongeopend en onbeschadigd is. Gebruik het product
niet indien er twijfel bestaat over de steriliteit van het product. Koel, donker
en droog bewaren. Vermijd langdurige blootstelling aan licht. Inspecteer het
product nadat het uit de verpakking is genomen om te controleren of het niet
beschadigd is.
LITERATUUR
Deze gebruiksaanwijzing is gebaseerd op de ervaringen van artsen en/of
door hen gepubliceerde literatuur. Neem contact op met uw plaatselijke Cook
vertegenwoordiger voor informatie over beschikbare literatuur.
V. P. Chuang, S. Wallace, C. Gianturco: "A New Improved Coil for Tapered Tip
Catheter for Arterial Occlusion, " Radiology, 135 (1980), 507-509.
Kathetertype en
-maat
SCR3.0B
HNB4.0-35
HNB4.1-35
HNB[R]5.0-35
SCBR4.0-35
SCBR5.0-35
HNB[R]5.0-38
HNB[R]6.0-38
SCBR4.0-38
SCBR5.0-38
28
Voerdraadtype en
-maat
TSF-25
TSFB-25
TSF-35
TSFB-35
TSFBP-35
TSFNA-35
TSFNB-35
TSF-38
TSFB-38
TSFNA-38
TSFNB-38