F
GB
D
E
I
P
Figuur 58
7. Cilinderdeksel
91. Schroeven
Figuur 59
92. Luchtfilter
Figuur 61
25. Stationaire toerentalschroef "T"
Figuur 62
93. Kettingrem
5. Kettingsmeerdop
16. Brandstofdop
94. Paaltje
95. Startdeksel
Figuur 63
97. Maak de ribben van het vliegwiel schoon
Figuur 65
98. Brandstoffilter
Figuur 67
99. Keerschot
100. Bevestigingsschroef keerschot
101. Vonkenvanger
20. Geluiddemper
Figuur 68
24. Maak de kettingrem schoon
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING!
Lees alle instructies en zorg ervoor dat u ze goed
begrijpt. Wanneer u onderstaande instructies niet
opvolgt, kan dit leiden tot brand en/of ernstige
verwondingen.
LEES ALLE INSTRUCTIES
Ken uw gereedschap. Lees zorgvuldig de
■
gebruiksaanwijzing. Leer de toepassingen en
beperkingen van de zaag alsmede de specifieke
potentiële gevaren die aan dit gereedschap zijn
verbonden.
Terugslag kan voorkomen wanneer de neus of
■
de punt van het zaagblad een voorwerp raakt of
het hout de kettingzaag afknelt in de zaagsnede.
Contact met de punt kan in sommige gevallen een
bliksemsnelle tegengestelde reactie veroorzaken,
waarbij het zaagblad terugslaat in de richting
van de gebruiker. Wanneer de zaagketting aan
de bovenzijde van het zaagblad wordt afgekneld,
kan het zaagblad razendsnel in de richting van
HCS3435A-25lgs manual.indd Sec1:147
HCS3435A-25lgs manual.indd Sec1:147
NL
S
DK
N
FIN GR HU
Nederlands
147
CZ RU
RO PL SLO HR TR EST LT
de gebruiken worden bewogen. Beide reacties
kunnen ertoe leiden dat u de controle over de
zaag verliest, wat kan resulteren in ernstige
verwondingen. Vertrouw niet uitsluitend op
de veiligheidsvoorzieningen die in uw zaag zijn
ingebouwd. Als gebruiker van de kettingzaag
dient u diverse stappen te ondernemen om uw
zaakwerkzaamheden van ongelukken of letstel te
vrijwaren.
Met wat basiskennis over terugslag, kunt u het
■
verrassingselement verkleinen of uitschakelen.
Onverwachte verrassingen dragen bij tot
ongevallen.
Hou de zaag met beide handen stevig vast
■
wanneer de motor draait. Plaats uw rechterhand
op de achterste handgreep en uw linkerhand op de
voorste handgreep, waarbij uw duimen en vingers
de handgrepen van de kettingzaag omsluiten. Een
stevige grip met een stijve linkerarm zorgen ervoor
dat u de controle over de zaag behoudt, wanneer
terugslag voorkomt.
Zorg ervoor dat het gebied waarin u zaagt, vrij
■
is van obstakels. Voorkom dat de neus van het
zaagblad in contact komt met een stam, tak, hek of
ander obstakel dat kan worden geraakt, terwijl u de
zaag bedient.
Zaag altijd met een motor die op volle kracht draait.
■
Knijp de gashendel in en zorg voor een gelijkmatige
zaagsnelheid.
Reik niet buiten uw bereik en zaag niet boven
■
borsthoogte.
Volg de slijp- en onderhoudsinstructies van de
■
fabrikant voor de kettingzaag.
Gebruik uitsluitend vervangzaagbladen en
■
–kettingen die door de fabrikant worden
voorgeschreven of gelijkwaardige producten.
Bedien de zaag niet met één hand. Bediening
■
met één hand kan leiden tot ernstige verwondingen
bij de gebruiker, helpers, omstanders of een
combinatie hiervan. Een kettingzaag is bedoeld
voor gebruik met twee handen.
Gebruik de zaag niet wanneer u vermoeid
■
bent. Vermoeidheid leidt tot onoplettendheid.
Wees voorzichtiger voor een rustperiode en naar
het einde van uw dienst toe. Bedien nooit een
kettingzaag wanneer u moe bent of onder de
invloed van medicijnen, drugs of alcohol.
Draag veiligheidsschoenen.
■
losse kledij, draag beschermhandschoenen en
beschermkledij (klasse 1) en gezichts-, gehoor- en
hoofdbescherming.
Zware beschermkledij kan de vermoeidheid
■
van de bediener verhogen, wat kan leiden
tot hitteslag. Tijdens warm, vochtig weer is het
aangewezen zwaar werk in de vroege ochtend of
late namiddag te plannen wanneer de temperaturen
koeler zijn.
LV
SK BG
Draag geen
12/19/08 3:10:24 PM
12/19/08 3:10:24 PM