100
8. Plaats na montage de eindstoppen weer op de balk.
LET OP: Met de max. toelaatbare flensbreedte van de loopkat moeten beide uiteinden
van de traverse ten minste vlak zijn met de zijplaten.
Alleen op type B tot 5000 kg
9. Afstelling van de anti-tiltbeveiliging:
Draai de cilinderbouten los en verschuif de voeringen richting de onderzijde van de balk, zodat
ze een afstand van 3 tot max 5 mm ontstaat tot de balk over de gehele baan.
HTP / HTG 8 - 20t
1. Meet de flensbreedte van de balk.
2. Verdeel gelijkmatig de spacers en schijven aan beide zijden van het ophangoog van de
traverse overeenkomstig met de flensbreedte. Aan weerszijden de juiste afstand tussen de
wielflens en de balkflens aanhouden (Afmeting "A", tabel 1).
3. Nadat de binnenmaat juist is ingesteld, de resterende spacers en schijven gelijkmatig op de
traverse verdelen aan de buitenkant van de de zijplaten. Een minimum van 3 schijven en 1
spacer overlaten tussen de zijplaten en de kroonmoeren.
Tip: Voor een eenvoudigere installatie,bevestig een zijplaat, plaats de nodige combinatie van
spacers en schijven, het ophangoog en verdeel de resterende spacers en ringen op de
traverse(s) en plaats de andere zijplaat op de traverse(s). De kroonmoeren losjes
vastschroeven.
4. Als de balk een open einde heeft, monteer de loopkat op de grond en schuif hem op open
uiteinde van de balk. Heeft de draagconstructie geen open einde moet de afstand van de
zijplaten tijdelijk worden verhoogd zodat de wielen over en op de flens kunnen worden
geheven. Als de afstand niet voldoende is moet een zijplaat gedemonteerd worden en daarna
hermonteerd als de loopkat op de balk is geplaatst.
5. Als de juiste afstand tussen de zijplaten is ingesteld, moeten alle kroonmoeren worden
aangedraaid.
6. Alle kroonmoeren moeten worden gezekerd met splitpennen.
Let op: Een loopkat mag nooit worden gebruikt op een balk met een flensbreedte groter
dan de maximaal instelbare breedte van de loopkat (hou rekening met een totale
speling van 5 mm, modelafhankelijk!) of met een profiel dat niet overeenkomt met het
profiel waarvoor de loopkat is bedoeld.
Verkorten of verlengen van de handketting (alleen voor model HTG en modellen met
vergrendeling)
Stel de lengte van de handketting zo in dat de afstand van de onderkant tot de vloer tussen
500 - 1000 mm is.
OPMERKING: Om veiligheidsredenen mogen handkettingschakels slechts een keer worden
gebruikt.
• Kijk voor de niet-gelaste schakel van de handketting, buig deze openen en gooi hem weg.
• Verkort of verleng de ketting op de gewenste lengte.
LET OP: Verwijder of voeg altijd een even aantal kettingschakels toe.
• Gebruik een nieuwe link om de losse kettinguiteinden te sluiten door deze te buigen (voor
het verlengen van de handketting zijn twee nieuwe schakels nodig).
LET OP: Verdraai de handketting niet tijdens de montage.
©
2016 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH