95
De loopkatten HTP/G moeten altijd van onder bediend worden. Voor extra veiligheid en ter
voorkoming van vonken door botsing of wrijving tijdens gebruik, zijn de apparaten met
bronzen wielen en stootblokken. Uitvoeringen met haspelloopkat (HTG) worden met
handketting van RVS uitgerust.
Bevestigingspunten
Bevestigingspunten dienen zo gekozen te worden dat de te verwachten krachten veilig
opgenomen kunnen worden. Er dient voor gezorgd te worden, dat het apparaat onder last vrij
bewegen kan, anders kan er ontoelaatbare extra belasting optreden.
S
E
TATISCHE
LECTRICITEIT
Om een electrostatische oplading op de kunststofdelen te voorkomen, mogen aan de hendel
geen bevestigingsmiddelen (bijv. rondstroppen) gebruikt worden.
Reiniging alleen met een vochtige doek (voor de reiniging van deze onderdelen dienen
uitsluitend materialen gebruikt te worden die een electrostatische oplading niet toestaan).
Speciaal kenmerk van waterstof (explosiegroep IIC): waterstof heeft slechts een extreem
kleine ontstekingsenergie nodig. Om deze reden raden wij aan om voor het gebruik van het
apparaat een vrijgavemeting uit te laten voeren. De ontstekingsvonk kan electrostatisch of
mechanisch geproduceerd worden, bijv. door het gebruik van gereedschap.
C
G
ORRECT
EBRUIK
De loopkatten HTP/HTG ATEX zijn uitsluitend geschikt voor het boven het hoofd horizontaal
bewegen van lasten in explosiegevaarlijke gebieden (zie identificatie) tot aan de aangegeven
maximale capaciteit.
Let op: loopkatten dienen alleen met stootblokken gebruikt te worden!
LET OP: Dit product mag alleen gebruikt worden in situaties waarbij de draagkracht van
het apparaat en / of de draagconstructie niet verandert met de positie van de last.
Elk ander of overschrijdend gebruik geldt als niet correct gebruik. Columbus McKinnon
Industrial Products GmbH zal geen enkele verantwoordelijkheid accepteren voor hierdoor
ontstane schade. Het risico ligt enkel en alleen bij de gebruiker of het bedrijf waar het
apparaat eigendom van is.
De capaciteit die op het apparaat is aangegeven, is de maximale last (WLL) die bevestigd
mag worden.
De keuze en berekening van de geschikte draagconstructie zijn de verantwoordelijkheid van
het bedrijf dat het apparaat bezit.
Het bevestigingspunt en zijn draagconstructie moet ontworpen zijn voor de te verwachten
maximale belastingen (eigengewicht van het apparaat + capaciteit).
Het hijsmiddel is voor een groot aantal soorten balken evenals voor verschillende profielen
(bijv. INP, IPE, IPB enz.) geschikt, waarvan de maximale helling van de balkflens 14° niet
overschrijdt.
De rails en diens draagconstructie moet voor de te verwachten maximale belastingen
(eigengewicht van het apparaat + capaciteit) ontworpen zijn. De rails mag daarbij hoogstens
1/500 van de spanning doorbuigen.
De helling van de rijweg mag niet meer dan 0,3% zijn.
©
2016 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH