Noodstop
Druk op de noodstopschakelaar. Alle elektrische functies worden uitgeschakeld.
Remmen
Het remgedrag van de truck is sterk afhankelijk van de status van de vloer. De bestuurder dient hier tijdens het
rijden mee rekening te houden.
De truck kan op drie verschillende manieren remmen: met behulp van de generatorrem (controller), tegenstroom-
remmen (controller) of met behulp van de dienstrem (stuurarm)
Remmen met behulp van de generatorrem
Laat de rijschakelaar los.
Tegenstroom-remmen:
Tijdens het rijden, schakel de controller naar de tegenovergestelde richting. De truck vertraagt door het
tegenstroom-remmen en rijdt vervolgens in de tegenovergestelde
richting. In een noodsituatie, gebruik de dienstrem om de truck af te remmen.
Remmen met behulp van de dienstrem:
Kantel de stuurarm omhoog of omlaag binnen één van de rembereiken (B).
WAARSCHUWING: Als de stuurarm langzaam of helemaal niet naar de bovenste remzone beweegt, gebruik de
truck niet langer totdat dit defect is opgelost. Indien nodig, vervang de gasdrukveer.
WAARSCHUWING: In een gevaarlijke situatie, stel de stuurarm in op de rempositie of stel de rijschakelaar in op de tegenovergestelde richting.
WAARSCHUWING: Als de rijschakelaar langzaam of helemaal niet naar 0 beweegt, gebruik de truck niet langer totdat de oorzaak
van deze fout is gevonden.
WAARSCHUWING: Tijdens het rijden op een helling of oneffen ondergrond, breng de hefvork omhoog om te vermijden dat de onderkant van de vork
over de grond schuurt
Laden
OPGELET: Alvorens een lading te heffen, zorg dat het gewicht van de lading het maximaal laadvermogen van de truck niet overschrijdt.
Raadpleeg het nominaal laadvermogen dat op het typeplaatje van de truck is aangegeven.
Zorg dat de lading stabiel en gelijkmatig wordt aangebracht om gedeeltelijke verspreiding te vermijden.
Controleer of de breedte van de lading geschikt is voor de breedte van de vorken.
Zorg dat de aangrenzende ladingen of deze die zich naast of voor de te behandelen lading bevinden niet worden
gehinderd. De ladingen moeten als volgt neergelegd. Breng de ladingen op één lijn met een kleine ruimte
ertussen om vervuiling te vermijden.
OPGELET: Transporteer alleen ladingen die volgens de voorschriften zijn geplaatst en vastgemaakt. Neem de
nodige veiligheidsmaatregelen wanneer het risico bestaat dat de lading tijdens het transport kantelt of omvalt.
Benader de lading voorzichtig.
Pas de hoogte van de vorken aan totdat ze eenvoudig in de pallet kunnen worden aangebracht. Breng de vorken
onder de lading aan. Als de lading korter dan de vorken is, plaats de vorken zodat de voorkant van de lading
enkele centimeters boven de vorken hangt om de lading net ervoor niet te hinderen. Hef de lading enkele
centimeters boven zijn steun op. Rij de truck achteruit weg van de stapel of aangrenzende ladingen, dit
voorzichtig en in een rechte lijn. Transporteer ladingen altijd in de voorwaartse rijrichting (R) om
de beste zichtbaarheid te waarborgen.
Tijdens het vervoeren van een lading op een helling, ga deze altijd op of af met de lading naar boven gericht. Rij
niet zijwaarts op een helling of voer geen U-bocht uit. Achteruit rijden (V) mag alleen voor het lossen worden
gebruikt. Gezien de zichtbaarheid tijdens het rijden in deze richting beperkt is, rij alleen op een zeer lage
snelheid.
Lossen
Rij de truck voorzichtig naar de gewenste locatie. Rij de truck voorzichtig naar de loszone.
Laat de lading zakken totdat de vorkarmen van de pallet zijn losgemaakt. Rij de truck in een rechte lijn
achteruit. Breng de vorken halverwege omhoog
OPGELET: Zorg dat de aangrenzende ladingen of deze die zich naast of voor de te behandelen lading
bevinden niet worden gehinderd.
De vorken omhoog en omlaag brengen
Omhoog brengen
Druk op de "Omhoog brengen" knop (2) totdat de gewenste hoogte wordt bereikt.
Omlaag brengen
Stel de vorken op de laagste positie in door de omlaag brengen-hendel (1) omhoog te trekken
WAARSCHUWING: Voor het heffen van een lading, controleer of de lading juist is aangebracht en het
maximum laadvermogen niet wordt overschreden. Zorg dat lange ladingen stabiel door de vorken
ondersteund worden.
De truck op een juiste manier parkeren
•
Laat de vorken zakken.
•
Druk op de noodstopschakelaar.
•
Verwijder de sleutel.
•
Het is niet toegestaan om de truck langere tijd op een helling te parkeren.
112