Wanneer de machine weer in
werking gezet wordt:
• controleer of er uit de slang, de benzinekraan
en de carburateur geen benzine lekt.
• bereid de machine voor zoals aangegeven
in hoofdstuk "6. Gebruik van de machine".
10. HANTERING EN TRANSPORT
• Wanneer men de machine
hanteert, moet men:
– de snij-inrichting uitschakelen;
– de snijgroep in de hoogste stand zetten;
– de motor uitschakelen;
• Wanneer men de machine met een wagen
of aanhangwagen vervoert, moet men:
– opritten gebruiken met geschikte
weerstand, breedte en lengte;
– de machine laden met de motor
uitgeschakeld, met de contactsleutel
uit het stopcontact van de machine,
zonder bediener, duwend, en met
een geschikt aantal personen;
– de brandstofkraan sluiten (indien voorzien).
– de snijgroep omlaag brengen;
– de handrem aantrekken;
– de machine zo plaatsen dat ze
geen gevaar veroorzaakt;
– ze stevig aan het vervoersmiddel
bevestigen met koorden of kettingen
om te vermijden dat ze kantelt en zo
eventueel beschadigd kan worden of
dat er brandstof zou kunnen lekken.
11. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens
die u nodig hebt om de machine te kunnen
gebruiken en om er op de juiste manier
eenvoudige onderhoudswerkzaamheden
aan te kunnen verrichten, die de gebruiker
zelf kan uitvoeren. Alle afstellingen en
onderhoudshandelingen die niet beschreven zijn
in deze handleiding moeten uitgevoerd worden
door uw Verkoper of in een gespecialiseerd
Centrum dat beschikt over de nodige kennis
en uitrustingen om de werken correct uit te
voeren, met respect voor het oorspronkelijk
niveau van veiligheid van de machine.
Handelingen die in niet geschikte structuren
of door onbekwame personen uitgevoerd
werden, doen elke vorm van garantie en
alle verplichtingen of aansprakelijkheid
van de Fabrikant vervallen.
• Enkel de geautoriseerde dienstcentra
mogen de herstellingen en
onderhoudsingrepen in garantie uitvoeren.
• De geautoriseerde dienstcentra gebruiken
enkel originele wisselstukken. De originele
wisselstukken en toebehoren werden
speciaal voor de machines ontwikkeld.
• Niet originele wisselstukken en toebehoren
zijn niet goedgekeurd; het gebruik van niet
originele wisselstukken en toebehoren
brengt de veiligheid van de machine in
gevaar en ontheft de Fabrikant van alle
verplichtingen en aansprakelijkheden.
• Men raadt aan de machine eens per jaar
aan een geautoriseerd dienstcentrum toe te
vertrouwen voor het onderhoud, assistentie
en controle van de veiligheidsinrichtingen.
12. GARANTIEDEKKING
De garantie dekt alle defecten van het materiaal
en van de fabricatie. De gebruiker moet
aandachtig de aanwijzingen volgen die in de
bijgevoegde documentatie verschaft is.
De garantie geldt niet voor schade te wijten aan:
• Onvoldoende kennis van de
vergezellende documentatie.
• Onoplettendheid.
• Onjuist of niet toegestaan gebruik en montage
• Gebruik van niet originele wisselstukken.
• Gebruik van toebehoren dat niet door de
fabrikant verschaft of goedgekeurd werd.
Deze garantie geldt bovendien niet voor:
• De normale slijtage van verbruiksmateriaal
zoals transmissieriemen, koplampen,
wielen, veiligheidsbouten en draden.
• Normale slijtage
• Motoren. Deze zijn gedekt door de garantie
van de fabrikant van de motor volgens de
aangegeven termijnen en condities.
De aankoper is beschermd door de nationale
wetten van zijn eigen land. De rechten van
de koper die voorzien zijn in de nationale
wetten van zijn eigen land zijn op geen
enkele wijze beperkt door deze garantie.
NL - 23