P P r r i i n n t t e e r r i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n
Vanuit het scherm Capture (Vastleggen) kunt u de printerinstellingen aanpassen aan uw
voorkeur.
P P r r i i n n t t e e r r i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n : : G G e e a a v v a a n n c c e e e e r r d d
Geavanceerde instellingen voor de printer kunnen met het tabblad P P r r i i n n t t e e r r S S e e t t t t i i n n g g s s
(Printerinstellingen) worden geopend.
1
1. Selecteer het tabblad A A d d v v a a n n c c e e d d S S e e t t t t i i n n g g s s (Geavanceerde instellingen) om naar het scherm
'Printer Settings: Advanced' (Printerinstellingen: geavanceerd) te navigeren.
2. Met de knoppen + + ⁄ ⁄ − − of de schuifknoppen kunt u de volgende instellingen voor Kanaal 1 en
Kanaal 2 aanpassen: Brightness (Helderheid), Contrast, Phase (fase), Chroma (kleur),
Sharpness (Scherpte).
3. Het vervolgkeuzemenu geeft keuzes weer voor het specialisme waarmee de
printerinstellingen worden gekalibreerd voor afbeeldingen met een specifiek chirurgisch
specialisme.
4. Druk op de knop P P r r i i n n t t (Afdrukken) om de geselecteerde beelden van de huidige casus af te
drukken.
5. Druk op de knop R R e e s s e e t t (Resetten) om de standaardinstellingen te herstellen.
P23566L
2
3
5
4
35
NL