Abiomed Automated Impella Controller Manual Del Usuario página 226

Ocultar thumbs Ver también para Automated Impella Controller:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 94
POSITIESCHERM
In het positiescherm worden realtime bedrijfsgegevens van het systeem
weergegeven. In het scherm worden de golfvormen van het positiesignaal
en de motorstroom weergegeven; in het centrale weergavegebied van het
scherm worden de maximale/minimale en gemiddelde waarden voor elke
golfvorm weergegeven. Met de schermtoets DISPLAY kunt u naar het
positiescherm navigeren.
GAo golfvormen van het positiesignaal
Op de golfvorm van het positiesignaal wordt een drukmeting weergegeven
die handig is voor het bepalen van de locatie van het open drukgebied
(Impella 2.5
®
en Impella CP
®
) of drukverschilsensor (Impella 5.0
LD
) van de katheter ten opzichte van de aortaklep. Het positiesignaal wordt
®
gebruikt om te verifiëren of de Impella katheter zich in de aorta of in de
hartkamer bevindt door de huidige drukgolfvorm te evalueren als een aorta-
of ventriculaire golfvorm (Impella 2.5
te evalueren als pulsatiel of afgeplat. (Impella 5.0
schaal voor de golfvorm van het positiesignaal wordt links van de golfvorm
weergegeven. De standaardschaal is 0-160 mmHg (Impella 2.5, Impella CP)
of -20-60 mmHg (Impella 5.0 en Impella LD). Voor Impella 2.5 en Impella
CP kan het worden aangepast in stappen van 20 mmHg met een minimale
bovengrens van 100 mmHg en een maximale bovengrens van
240 mmHg. Voor Impella 5.0 en Impella LD is het maximale
weergavebereik -60–100 mmHg.
Rechts van de golfvormen staat een venster dat de golfvorm benoemt, de
meeteenheden vermeldt en de maximale, minimale en gemiddelde waarde
van de ontvangen monsters weergeeft. Onderaan het venster staat de
tijdschaal, die u kunt instellen met de schermtoets DISPLAY.
Golfvorm van motorstroom
De motorstroom is een maatstaf voor de energievraag van de Impella
kathetermotor. De energievraag is afhankelijk van de motorsnelheid en
het drukverschil tussen het inlaat- en uitlaatgebied van de canule. De
motorstroom geeft informatie over de positie van de katheter ten opzichte
van de aortaklep. Wanneer de Impella katheter goed is gepositioneerd,
met het inlaatgebied in het ventrikel en het uitlaatgebied in de aorta, is
de motorstroom pulsatiel omdat het drukverschil tussen het inlaat- en
uitlaatgebied mee verandert met de hartcyclus. Wanneer het inlaat- en
uitlaatgebied zich aan dezelfde zijde van de aortaklep bevinden, is de
motorstroom gedempt of vlak omdat er weinig tot geen drukverschil
tussen het inlaat- en uitlaatgebied is.
De schaal voor de golfvorm van de motorstroom wordt links van de
golfvorm weergegeven. De standaardschaal is 0-1000 mA. Deze is
aanpasbaar in stappen van 100 mA voor de Impella katheter, waarbij
het minimale verschil tussen de bovengrens en benedengrens 200 mA
bedraagt en het maximale verschil 1000 mA.
Rechts van de golfvorm staat een venster dat de golfvorm benoemt, de
meeteenheden vermeldt en de maximale, minimale en gemiddelde waarde
van de ontvangen monsters weergeeft. U kunt de tijdschaal onderaan dat
venster instellen door op de schermtoets DISPLAY te drukken.
SPOELSCHERM
In het spoelscherm worden gegevens met betrekking tot het spoelsysteem
weergegeven. In het centrale weergavegebied van het scherm worden de
flowsnelheid van het spoelsysteem en de druk in het spoelsysteem uitgezet als
functie van tijd. Rechts van de diagrammen worden de huidige flowsnelheid
van het spoelsysteem en de druk in het spoelsysteem weergegeven. Met de
schermtoets DISPLAY kunt u naar het spoelscherm navigeren.
226
®
en Impella
®
, Impella CP
®
) of door het drukverschil
en Impella LD
). De
®
®
Flow spoelsysteem
De flow in het spoelsysteem die wordt geleverd door de spoelcassette
wordt weergegeven in ml/u. De standaardschaal voor de flow in het
spoelsysteem (0-30 ml/u) wordt links van het flowdiagram weergegeven.
De maximale waarde op deze schaal kan worden ingesteld van 20 ml/u
naar 200 ml/u in stappen van 10 ml/u.
Rechts van het diagram staat een venster dat het diagram benoemt en de
meest recente waardeaanpassing weergeeft. U kunt de tijdschaal onderaan
dat venster instellen door op de schermtoets DISPLAY te drukken.
U kunt een melding voor verandering van de flow in het spoelsysteem
inschakelen om te waarschuwen dat de flow in het spoelsysteem
met 2,5 ml/u afneemt of toeneemt. Deze melding is bedoeld om
het patiëntbeheer te vereenvoudigen door de clinicus te wijzen op
veranderingen in de infusiesnelheid voor dextrose en heparine via de
spoelvloeistof. Het alarm verdwijnt wanneer u op de knop ALARM STIL
drukt. Dit alarm is standaard uitgeschakeld. Om dit alarm in te schakelen,
drukt u op MENU, selecteert u Instellingen/Service en vervolgens Melding
verandering flow spoelsysteem inschakelen.
Druk spoelsysteem
De Automated Impella Controller regelt de druk in het spoelsysteem.
Dat is de druk van de spoelvloeistof die via de katheter wordt afgegeven
aan de motor. De druk die door de spoelcassette wordt gegenereerd,
wordt weergegeven in mmHg. De standaardschaal voor de druk in het
spoelsysteem (0-1500 mmHg) wordt links van het spoeldrukdiagram
weergegeven. De maximale waarde op deze schaal kan worden ingesteld
van 100 mmHg tot 2000 mmHg in stappen van 100 mmHg. De druk in
het spoelsysteem is ingesteld op een ideale druk tussen 300-1100 mmHg
en de flow in het spoelsysteem ligt tussen 2 en 30 ml/u. Er verschijnt een
alarm als de druk in het spoelsysteem onder 300 mmHg of boven 1100
mmHg komt.
Rechts van het diagram staat een venster dat het diagram benoemt en de
meest recente waardeaanpassing weergeeft. U kunt de tijdschaal onderaan
dat venster instellen door op de schermtoets DISPLAY te drukken.
SCHERM MET INFUSIEGESCHIEDENIS
Op het scherm met de infusiegeschiedenis ziet u het infusievolume en de
hoeveelheid heparine en dextrose die per uur worden geïnfundeerd. De huidige
tijdsperiode wordt bovenaan de lijst weergegeven. Met de schermtoets
DISPLAY kunt u naar het scherm met de infusiegeschiedenis navigeren.
MOBIEL GEBRUIK
De lithium-ionbatterijen moeten voorafgaand aan het
gebruik van het systeem 5 uur worden opgeladen om aan de
vereiste bedrijfstijd van 1 uur te voldoen. Als u de batterijen
korter oplaadt, levert dit een kortere bedrijfstijd op. Nadat
de Automated Impella Controller van de netvoeding is
losgekoppeld, werkt deze nog minstens 60 minuten als de
batterijen volledig zijn opgeladen.
De Automated Impella Controller kan op de interne batterijvoeding werken
als deze niet op de netvoeding is aangesloten.
1.
Koppel de controller los van de netvoeding.
2.
De controller geeft elke 5 minuten een pieptoon af om u erop
attent te maken dat deze op batterijen werkt. Daarnaast verschijnt
er een wit adviesalarm in het alarmgebied op het scherm. Het
netvoedingspictogram wordt weergegeven met een rood kruis
erdoorheen.
3.
Wanneer de controller weer op de netvoeding wordt aangesloten,
wordt het witte adviesalarm grijs en het netvoedingspictogram
groen.
Gebruikershandleiding

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido