DEFIBRILLATIE
Raak de Impella katheter, -kabels en Automated Impella
Controller NIET aan tijdens defibrillatie.
Als dringende defibrillatie nodig is tijdens ondersteuning met het Impella
systeem, dienen universele veiligheidsmaatregelen te worden gevolgd. Ter
voorkoming van elektrische schokken dienen zorgverleners aanraking van
de Impella katheter, -kabels en -controller zorgvuldig te vermijden tijdens
de defibrillatie.
STORING OP HET ECG
Het gebruik van de Automated Impella Controller kan storing veroorzaken
in elektrocardiografische (ECG-)signalen. Controleer of de elektroden en
elektrodekabels goed vastzitten en goed contact maken.
Houdt de storing aan, activeer dan het filter voor eliminatie van de
50/100 Hz-frequentieband of de 60/120 Hz-frequentieband (ook wel
notch-filter genoemd) op het ECG-apparaat. De frequentie van het filter
wordt gebaseerd op de netfrequentie van het land waar u de apparatuur
gebruikt. Als uw ECG-apparaat niet is uitgerust met de juiste filters, koppelt
u de Automated Impella Controller tijdelijk los van de netvoeding om een
storingsvrij signaal te krijgen. Houd de batterijstatus voortdurend in de gaten
wanneer u de Automated Impella Controller op batterijen gebruikt.
LATEX
De controller bevat geen natuurrubberlatex of synthetische derivaten van
natuurrubberlatex.
Opmerking over batterijvermogen
Als u de Automated Impella Controller volledig laat ontladen en het
systeem wordt uitgeschakeld als gevolg van een te laag batterijvermogen,
moet de controller langdurig worden opgeladen voordat deze opnieuw kan
worden ingeschakeld.
OVERZICHT VAN ALARMEN
De Automated Impella Controller bewaakt verschillende functies om
te bepalen of specifieke operationele parameters binnen de verwachte
limieten vallen. Wanneer een parameter buiten de gespecificeerde limieten
valt, klinkt er via de Automated Impella Controller een alarmmelding
die kan worden bekeken op het weergavescherm aan de voorzijde van
de controller. Het alarmgeluid geeft de ernst van het alarm aan. Het
alarmbericht op het weergavescherm is kleurgecodeerd op basis van de
ernst van het alarm en geeft informatie over de oorzaak van het alarm en
hoe het kan worden verholpen. Nadat een alarm wordt gedempt, wordt
een eventueel ander alarm wel weergegeven op het scherm, maar het
geluid kan alleen worden gehoord als dit alarm een hogere prioriteit heeft
dan het uitgeschakelde alarm.
ALARMNIVEAUS
Alarmen worden ingedeeld in drie ernstniveaus:
• Kritiek (rood)
• Ernstig (geel)
Categorie Beschrijving
Advies-
Ter informatie
alarm
Ernstig
Afwijkende situatie.
Spoedige actie
alarm
vereist.
Kritiek
Hoge prioriteit.
alarm
Onmiddellijke actie
vereist.
* Geluidsdruk van geluidsalarmindicatie is >67 dBA
228
• Advies (wit)
Geluids-
Zichtbare indicatie
indicatie*
Elke 5 minuten
Alarmkoptekst op
1 pieptoon
witte achtergrond
Elke
Alarmkoptekst op
15 seconden
gele achtergrond
3 pieptonen
Elke
Alarmkoptekst op
6,7 seconden
rode achtergrond
10 pieptonen
Alarmvertraging
Voor sommige controlleralarmen is er een korte vertraging tussen de
gebeurtenis enerzijds, en de geluids- en zichtbare indicatie van het alarm
en de weergave van de waarschuwing op het scherm anderzijds. Zie de
tabel Alarmvertragingen hieronder.
Alarmvertragingen
Impella defect
Positie Impella fout
Fout controller
Nooduitschakeling dreigend
Storing batterij
Storing controller
Storing batterij comm. fout
Spoelsysteem geblokkeerd
Alarmweergave
Het alarmvenster bevindt zich linksboven in het weergavescherm aan de
voorkant van de controller. Alarmen worden weergegeven in volgorde van
prioriteit, waarbij het alarm met de hoogste prioriteit bovenaan verschijnt.
Er kunnen tot drie alarmen tegelijk worden getoond. De gekleurde
achtergrond van het alarm met de hoogste prioriteit wisselt tussen twee
tinten van die kleur. Het witte paneel rechts van de alarmkoptekst bevat
instructies voor het oplossen van de alarmtoestand. De instructies moeten
in de opgegeven volgorde worden uitgevoerd.
Functie alarm stil
Als u rechtsboven in het weergavescherm van de controller op de knop
ALARM STIL drukt, wordt het geluidsalarm gedempt gedurende
2 minuten (bij rode of gele alarmen) of 5 minuten (bij witte adviesalarmen).
Als een alarm wordt gedempt, worden de woorden ALARM STIL naast
de knop vervangen door de 'alarm stil'-indicator: een pictogram van een
bel met een streep erdoor.
Scherm met alarmgeschiedenis
Het scherm met de alarmgeschiedenis kan worden geopend via het
MENU. Dit scherm bevat een logboek met de alarmen die zijn opgetreden
tijdens de casus.
De controller houdt een langetermijnlogboek bij dat wordt opgeslagen
nadat de controller is uitgeschakeld of na een stroomstoring, en deze
informatie kan worden gedownload door personeel van Abiomed.
Alarmen die vanzelf worden opgelost
Het geluidsalarm wordt uitgeschakeld als een alarmtoestand wordt
opgelost voordat u op ALARM STIL drukt. De zichtbare melding wordt
echter nog steeds weergegeven, met de alarmkoptekst op een grijze
achtergrond, gedurende 20 minuten of totdat u op ALARM STIL drukt. Zo
kunt u vaststellen welk alarm is opgetreden.
8 seconden vertraging
11±5 seconden vertraging
12±3 seconden vertraging
15±1 seconden vertraging
28±8 seconden vertraging
38±8 seconden vertraging
40±10 seconden vertraging
75±45 seconden vertraging
Gebruikershandleiding