4.2
Elektrische aansluiting
De voedingsmodule is te vinden op het achterpaneel van het apparaat en bestaat uit een driepolige
aansluitbus voor de snoerset, een uittrekbaar zekeringenkastje met twee zekeringen (zie Technische
specificaties) en de hoofdschakelaar.
Steek de driepolige stekker van de snoerset op juiste wijze in de voedingsmodule.
WAARSCHUWINGEN:
•
Controleer voordat u de snoerset op het elektriciteitsnet aansluit of de apparatuur tijdens het
transport geen schade heeft opgelopen en of de netspanning overeenkomt met die van het
apparaat (zie het typeplaatje op de zijkant van het apparaat).
•
Uit veiligheidsoverwegingen wordt de snoerset geleverd met een geaarde stekker.
•
Zorg ervoor dat de wandcontactdoos is geaard.
•
De apparatuur mag alleen op een elektriciteitsnet worden aangesloten indien dit voldoet aan de
EEG-standaardrichtlijnen. Om het risico van een elektrische schok te vermijden, moet dit
apparaat altijd worden aangesloten op een voedingsnet met randaarde.
•
Indien nodig uitsluitend een geaard verlengsnoer gebruiken.
•
Indien bovenstaande instructies niet worden opgevolgd, kan er een gevaarlijke elektrische
ontlading plaatsvinden waardoor personen en de werking van het apparaat in gevaar komen.
LET OP:
•
Als een verlengsnoer wordt gebruikt in combinatie met de Endolaser en andere apparatuur, let er
dan op dat de totale nominale stroomsterkte van alle desbetreffende apparaten niet die van de
kabel overschrijdt en in geen geval groter is dan 15 A.
•
Wanneer u hebt gecontroleerd dat de installatie en de assemblage zijn uitgevoerd volgens de
instructies die tot zover in de handleiding staan, zet u het apparaat aan en controleert u of het
display op juiste wijze wordt ingeschakeld.
4.3
Externe vergrendelingsconnector
Het apparaat wordt geleverd met een veiligheidssleutel (vergrendeling) die bestaat uit een DIN-stekker
die er aan de achterzijde van het apparaat moet worden ingestoken. Zonder deze veiligheidsleutel ZAL
het apparaat NIET WERKEN. De bediener kan de stekker aansluiten op de lokale
vergrendelingsschakelaar. (Gebruik voor de vergrendelingsschakelaar een 2-weg microschakelaar die
normaal uitgeschakeld is.)
De veiligheidssleutel of vergrendelingsschakelaar onderbreekt uitsluitend de onzichtbare laserstraling en
niet de LED-voedingsspanning.
WAARSCHUWING:
•
Controleer voordat u het apparaat start of de INTERLOCK-sleutel waarmee het apparaat kan
starten, is ingestoken.
LET OP:
•
Als u het externe vergrendelingscircuit wilt installeren, dient u uitsluitend contact op te nemen met
bevoegde technici en deze professionals het schema te geven dat overeenkomt met de
configuratie van de behandelkamer. Onjuiste installatie van het apparaat kan leiden tot ernstig
oogletsel.
Als een extern veiligheidsvergrendelingscircuit vereist is, moet een minimale diameter van 0,6 mm, 20 m
max, met een op de aarde aangesloten scherm aanwezig zijn.
Aan de zijde van het veiligheidscircuit moet een microschakelaar met een normaal gesloten pad worden
aangebracht.
Dit circuit is een extern veiligheidsapparaat: het maakt het mogelijk om lasertherapiebehandelingen te
onderbreken als er een deuropening is in de kamer waar de behandeling wordt gedaan.
NL
5