Alvorens de kettingrem vrij te zetten, zet de motor van de zaag uit.
Wees bijzonder aandachtig aan het einde van het snijden omdat als de weerstand van het materiaal
wegvalt, valt de zaag onder de schijnkracht naar beneden wat letsels als gevolg kan hebben.
Bij langdurig werk kan de operator het tintelen of gevoelsverlies in de vingers en handen ervaren.
Zet de werkzaamheden dan stop omdat gevoelsverlies de nauwkeurigheid bij gebruik van de zaag
vermindert.
Het is verboden om open vuur te gebruiken en te roken.
Vul de benzine-olietank altijd bij uitgezette en afgekoelde motor zodat bij het morsten van de brandstof
de hete elementen van de zaag niet in brand raken.
Bij constatering van lekkage van de brandstof zet de zaag niet aan omdat er een brandgevaar ontstaat.
Tijdens het werk loopt de zaag aanzienlijk heet, wees voorzichtig en raak de hete onderdelen van de
zaag niet met blotte lichaamsdelen.
De zaag mag alleen door één persoon bediend te worden. Alle andere personen mogen niet in de
werkzone van de zaag verblijven. In het bijzonder houd kinderen en dieren niet in de buurt van het
werkplek van de zaag.
Tijdens het aanzetten van de zaag mag de ketting het te snijden materiaal of andere voorwerpen niet
aanraken.
Tijdens het werk met de zaag houd het met beide handen aan beide handgrepen vast. Neem een zekere
werkhouding.
Het is verboden om de zaag door kinderen of minderjarigen te gebruiken. De zaag mag alleen door
volwassen personen met de kennis over het gebruik bedienen. Bij het ter beschikking stellen van de
kettingzaag draag ook deze gebruiksaanwijzing over.
Bij verschijnselen van vermoeidheid zet onmiddellijk het werk met de kettingzaag stop.
Alvorens met het snijden te beginnen, plaats de hendel van de kettingrem in de juiste positie (naar
zichzelf trekken). Het vormt tegelijkertijd een bescherming voor de hand.
Schuif de kettingzaag vanaf het te snijden materiaal alleen bij werkende ketting weg.
Bij het snijden van sprokkelhout of dunne stammen gebruik een steun (zaagbok). Het is verboden om
meerdere planken tegelijkertijd (geplaatst op elkaar) of een materiaal dat door iemand anders met de
hand of voet wordt gehouden te snijden.
Lange te snijden elementen dienen op een juiste manier bevestigd worden.
Bij het werken op schuine ondergrond steeds tegen de helling in staan.
Bij het langssnijden gebruik altijd de klauwaanslag als ondersteuningspunt. Houd de zaag aan de
achterste handgreep vast en leid met gebruik van de voorste handgreep.
Indien niet mogelijk is om de snede met één keer uit te voeren, trek de zaag een beetje naar achteren, zet
de klauwaanslag om en voer de snede met de achterste handgreep een beetje omhoog door.
Bij horizontaal snijden sta onder de hoek die niet minder dan 90º ten opzichte van de snijlijn is. Zulke
handeling eist een grote aandacht.
Bij het klem raken van de ketting tijdens het snijden met de bovenkant van de ketting kan de zgn.
terugslag in de richting van de operator ontstaan. Om die reden indien mogelijk is het aangeraden om
met de onderste kant van de ketting te snijden omdat bij het klem raken van de ketting de terugslag
vanaf het lichaam van de operator gericht wordt.
Pas op bij het zagen van versplinterd hout. Er kunnen afgezaagde houtsplinters meegetrokken worden
(gevaar van letsel!).
Het verwijderen van takken mag alleen gedaan worden door geschoold personeel! Ongecontroleerd
vallen van de takken kan letsels als gevolg hebben.
Het is verboden om met de punt van de kettinggeleider te snijden (gevaar van terugslag).
In het bijzonder let op onder spanning zijnde takken. Zaag vrijhangende takken niet van onder af door.
257