SELECT/CHANGE USER
Als u voor uzelf een gebruikersnaam hebt ingevoerd,
kiest u deze aan het begin van uw trainingssessie door
SELECT/CHANGE USER te selecteren en uw keuze
bevestigen door op de keuzebalk te drukken.
EDIT USER
Door EDIT USER te kiezen kunt u uw gebruikersgegevens
wijzigen.
DELETE USER
Door DELETE USER te kiezen kunt u de actueel
geselecteerde gebruiker verwijderen.
SETTINGS
Door SETTINGS te selecteren kunt u de firmware van
de meter updaten, het contrast van het display instellen,
de totale waarden van de cyclus weergeven en de
knoptonen in of uitschakelen.
USER LOG
Door de optie USER LOG te kiezen, kunt u
informatie over de training van de geselecteerde
gebruiker weergeven. U kunt informatie over de meest
recente trainingssessie of een samenvatting van alle
trainingssessies van de gebruiker weergeven. U verlaat de
weergave van deze informatie door op BACK/STOP te
drukken.
TRAINING MENU
U opent het menu TRAINING door op de knop
TRAINING te drukken. Vanuit het menu TRAINING
kunt u door de lijst scrollen en een van de volgende
trainingssessies kiezen. Druk vervolgens op de keuzebalk.
QUICK START
Met Snelstart begint u gelijk met de MANUALtraining,
zonder gebruikersinstellingen.
1. Kies QUICK START. Bevestig uw keuze door op de
keuzebalk te drukken en begin uw trainingssessie.
2. U kunt de weerstand (1-58 Nm) vergroten of
verkleinen met de schuifknop aan de rechterkant.
3. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
MANUAL
Met deze optie kunt u uw inspanningsniveau tijdens de
training instellen met de schuifknop.
1. Kies MANUAL.
2. Kies met de schuifknop uw streefwaarde voor de sessie:
tijd, afstand of energieverbruik. Bevestig uw keuze door
op de keuzetoets te drukken.
3. Stel de streefwaarde voor de sessie in met de
schuifknop: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km) of
energieverbruik (50-2000 Kcal). Bevestig uw keuze door
op de keuzetoets te drukken.
4. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt
de weerstand (1-58 Nm) vergroten of verkleinen met
de schuifknop. Tijdens de training kunt u de weerstand
of hartslag weergeven met de knop aan de onderkant
van het scherm.
5. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
6. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
TARGET HR PROGRAMMA VOOR DE
STREEFHARTSLAG
Zorgt ervoor dat de weerstand steeds zodanig aangepast
wordt dat uw hartslag op de ingestelde waarde blijft.
Als de hartslag te hoog wordt neemt de weerstand
automatisch af, als de hartslag te laag wordt, neemt
de weerstand automatisch toe, waardoor u een grotere
inspanning moet leveren. De ingestelde hartslagwaarde.
Hiervoor moet uiteraard de hartslag gemeten worden.
1. Kies de streefwaarde voor uw hartslag bij TARGET HR.
2. Stel de hartslag (80-220) voor de trainingssessie
in met de schuifknop. Bevestig uw keuze.
3. Kies met de schuifknop de gewenste zwaarte van de
sessie in, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik.
Bevestig uw keuze door op de keuzetoets te drukken.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in met het
keuzewiel: tijd (10-180 minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (200-8000 Kcal). Bevestig uw keuze
door op de keuzetoets te drukken.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. Met de
schuifknop kunt u de hartslag (80-220) wijzigen. Tijdens
de training kunt u de weerstand of hartslag weergeven
met de knop aan de onderkant van het scherm.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
de knop BACK/STOP. U kunt de sessie vervolgens
afsluiten door de optie EXIT te kiezen, de sessie opslaan
in het geheugen door SAVE AND EXIT te kiezen of
doorgaan met uw trainingssessie door CONTINUE te
kiezen.
WATT-INSTELLINGEN
Door het programma WATT CONTROL te kiezen,
kunt u de gewenste inspanningswaarde in Watt instellen.
Hierbij wordt de inspanning om de pedalen te bewegen
onafhankelijk van de pedaalslagen. De ingestelde
inspanningswaarde kan ook tijdens de training worden
gewijzigd.
1. Kies WATT CONTROL.
2. Stel het inspanningsniveau (20-600 W) voor de
trainingssessie in met de schuifknop. Bevestig uw keuze
door op de keuzetoets te drukken.
3. Kies de gewenste zwaarte van de
sessie, uitgedrukt in tijd, afstand of energieverbruik.
Bevestig uw keuze.
4. Stel de streefwaarde voor de sessie in: tijd (10-180
minuten), afstand (3-100 km)
of energieverbruik (200-8000 Kcal). Bevestig uw keuze.
5. Begin uw sessie door de pedalen te bewegen. U kunt
de weerstand (20-600 W) vergroten of verkleinen met
de schuifknop. Tijdens de training kunt u de inspanning
of hartslag weergeven.
6. Wanneer de streefwaarde van de training gehaald is,
geeft de monitor een geluidssignaal. U kunt dan echter
als u wilt gewoon doorgaan met de training.
7. Om de trainingsessie te beëindigen drukt u op
39
E90R- GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS