NL
•
Monteer indien nodig de juiste stekker.
LET OP
Gezien het ontwerp van de pomp is de draairichting niet relevant.
4.4
De benzinemotor controleren
•
Controleer of de bougiesleutel aanwezig is.
•
Controleer of de fles motorolie meegeleverd is.
4.4.1
De motor met motorolie vullen
Bij levering bevindt er zich geen motorolie in de pomp.
VOORZICHTIG
Probeer de motor nooit te starten zonder motorolie.
•
Controleer of viscositeit van de meegeleverde motorolie overeenkomt met het temperatuurbereik
van de werkomgeving (Fig. 4). Gebruik uitsluitend hoogwaardige motorolie die geschikt is voor
viertakt motoren van de SG of SF classificatie en met de juiste viscositeit.
•
Verwijder de peilstok (Fig. 5/3) en vul de motor via de opening met de juiste motorolie tot het
maximumniveau (Fig. 6/1).
•
Plaats de peilstok stevig op het motorblok.
4.4.2
De brandstoftank vullen
GEVAAR
Benzine is onder bepaalde omstandigheden extreem brandbaar en explosief:
•
Alleen vullen in een goed geventileerde ruimte.
•
Verboden te roken.
•
Sluit de brandstoftank goed af om lekkage te voorkomen.
•
Verwijder gelekte brandstof.
•
Sluit de brandstofkraan (Fig. 2/12) voordat u de tank gaat vullen.
•
Verwijder de brandstoftankdop (Fig. 2/14) en vul de brandstoftank niet verder dan 4 cm onder de
rand van de vulopening.
VOORZICHTIG
Gebruik geen vuile brandstof en zorg ervoor dat er geen vuil, stof of water in de
brandstoftank terechtkomt om schade aan de motor te voorkomen.
•
Plaats de brandstoftankdop en sluit deze zorgvuldig.
•
Trek enige malen rustig aan het startkoord (10). Laat het koord geheel terugkomen in zijn
uitgangspositie, nadat het uitgetrokken is. Dit is nodig om de brandstofleiding te vullen met benzine.
•
Start en stop de pomp volgens de instructies. Zie hoofdstuk 5.4 en 5.5.
14
916.219.173_005
IPU-M