14.2 Oven bedienen
Selecteer de gewenste oventemperatuur tussen 50-250 °C met de
temperatuurregelaar
OPGELET
Beschadigingsgevaar!
Forceer de ovenenergieregelaar niet verder dan
de eindpositie.
De controle-indicator blijft branden tot de gekozen temperatuur in de
oven is bereikt.
Als de oven wordt ingeschakeld, gaat het controlelampje geel
branden.
Tijdens het bakken wordt de controle-indicator tijdelijk in- en
uitgeschakeld. (Thermostaatfunctie van de oven).
Restwarmte gebruiken. Zet de oven ongeveer 5 minuten eerder uit
en laat het voedsel gedurende 5 minuten nabakken.
Om ze uit te schakelen: Draai de ovenfunctiekiezer en
oventemperatuurregelaar terug op '0'.
Bedrijfsweergave
(verwarmingsproces in
de oven)
Bedrijfsweergave
(verwarmingsproces in
de oven)
Page | 55
NL