R
Mechanische hefhendel (indien
hiermee uitgerust)
S
Snelheidsregelaar
T
Vergrendeling snelheidsregelaar
U
Transmissiehendel
V
Brandstofmeter (indien aanwezig)
W
Brandstoftank
X
12 volt stopcontact
Y
Differentieelvergrendelingspedaal
(indien aanwezig)
Elektronisch bedieningspaneel (indien
aanwezig)
Het elektronisch bedieningspaneel (afbeelding 4) toont
de bedrijfsstatus voor verschillende apparatuur- en
motorparameters. Het geeft klok- en timerfuncties voor
olie- en luchtfilteronderhoud en voor het bijhouden van de
bedrijfsuren. De gegevens worden bewaard als de accu
wordt losgekoppeld of als de stroomvoorziening wordt
onderbroken.
Opmerking: De maaidekhoogte-display vereist een
draadboomaansluiting tussen het maaidek en de zitmaaier.
Als u het maaidek na onderhoud weer monteert, moet u
ervoor zorgen dat de draadboom op de correcte manier wordt
aangesloten. Het maaidekhoogte-display werkt anders niet.
A Bedieningsknoppen – MODE (bovenste knop), OMHOOG (middelste
knop), en OMLAAG (onderste knop).
B Klokdisplay – 12-uurs klok met vm/nm.
C Maaibladpictogram – Gaat branden als de aftakas (PTO) is
geactiveerd.
D Zitmaaierpictogram – Gaat branden als de snelheidsregelaar is
geactiveerd.
E Berichtendisplay – Vertelt de gebruiker dat het apparaat onderhoud
nodig heeft.
F Parkeerrempictogram – Gaat branden als de parkeerrem is
geactiveerd.
G Koplamppictogram – Gaat branden als de koplampen zijn
geactiveerd.
H Onderhoudsmeter – Geeft standaard het totale aantal gewerkte
bedrijfsuren weer. Wanneer de MODE-knop wordt ingedrukt, toont de
onderhoudsmeter de dagteller.
I
Brandstofniveaubalkjes – Gaan branden om het geschatte
brandstofniveau in de tank te tonen. Bij twee streepjes zal het
brandstofpomppictogram knipperen om u eraan te herinneren
brandstof toe te voegen.
J
Tachometer – Toont het motortoerental van 1000 tot 4000 RPM.
K
Maaidekhoogtebalkjes – Toont de geschatte hoogte van het
maaidek.
Functies van de onderhoudsmeter (H, afbeelding 4)
• Standaard geeft de onderhoudsmeter het totaalaantal
gewerkte bedrijfsuren weer.
• Als de meter 1999,9 uur bereikt, wordt deze automatisch
teruggezet op nul.
Dagteller
• Druk op de knop MODE (A, afbeelding 4) om de dagteller
weer te geven.
• Druk nogmaals op de knop MODE en houd deze
gedurende 3 seconden ingedrukt om de dagteller terug te
zetten op nul.
Olie-uren
• Druk twee keer op de knop MODE (A, afbeelding 4) om
de olie-uren weer te geven.
• Nadat u de olie en het filter hebt vervangen, drukt u op
de knop MODE en houdt u deze gedurende 3 seconden
ingedrukt om de olie-uren terug te zetten op nul.
Luchtfilteruren
• Druk drie keer op de knop MODE (A, afbeelding 4) om de
luchtfilteruren weer te geven.
• Nadat u het filter hebt gereinigd of vervangen, drukt op
de knop MODE en houdt u deze gedurende 3 seconden
ingedrukt om de luchtfilteruren terug te zetten op nul.
Klokinstelling (B, afbeelding 4)
• Druk vier keer op de knop MODE (A, afbeelding 4) om de
klok in te stellen.
• Druk nogmaals op de knop MODE en houd deze
gedurende 3 seconden ingedrukt totdat de uren gaan
knipperen.
• Druk UP of DOWN om het uur te wijzigen. VM en NM
worden veranderd als de tijdsinstelling werd aangepast
voorbij 12 uur.
• Druk op de knop MODE zodat de minuten knipperen.
• Druk UP of DOWN om de minuten te wijzigen.
• Nadat u de uren en minuten hebt ingesteld, drukt u op
de knop MODE om de klok terug te zetten op de normale
weergave.
161