` Verdeel het beslag met de T-vormige beslagverdeler (10) naar de buitenkant (zie afb.
D). Houd de beslagverdeler daarbij zo vlak mogelijk en beweeg deze vanuit het mid-
den in een cirkelvormige beweging naar de rand.
` Wanneer het beslag na circa 45-60 seconden aan de bovenkant niet meer vloeibaar
is (kan per recept variëren), draait u de crêpe met de draaispatel (9) (zie afb. E).
Hiervoor schuift u de draaispatel (9) in het midden onder de crêpe, tilt u de crêpe om-
hoog en draait u deze met een snelle beweging op een helft. Klap vervolgens snel de
andere helft open, zodat de crêpe volledig opengeklapt op de bakplaat (1) ligt.
Als de crêpe nog te licht van kleur of niet stevig genoeg is, laat u deze nog iets langer
bakken.
` Wanneer de crêpe na nog eens 45 seconden bakken klaar is, doet u naar wens be-
leg op de crêpe, vouwt u deze dicht met de draaispatel (9) en neemt u de crêpe van
de bakplaat (1).
De verwarmingsstand 1 is geschikt voor het warmhouden van een bereide
crêpe.
` Na gebruik draait u de temperatuurregelaar (3) in de stand MIN en trekt u de stekker
uit het stopcontact.
` Laat het apparaat en de bakplaat (1) afkoelen.
` Reinig het apparaat na elk gebruik (zie het hoofdstuk "10. Reiniging" op blz. 101).
8.3.
Tips
• Met melk bereide crêpes worden zachter en donkerder.
• Bij gebruik van koolzuurhoudend mineraalwater in plaats van melk worden de crêpes
losser.
• Ook volkorenmeel geeft goede bakresultaten.
• Alle ingrediënten moeten op kamertemperatuur zijn.
• Voor een goed bakresultaat moet u alle ingrediënten gelijkmatig roeren.
• Laat het beslag minstens 10 minuten tot een uur staan. Na het rusten van het beslag,
roert u het krachtig door en controleert u de consistentie. Voeg eventueel wat water
toe.
• Vet de bakplaat (1) na elke gebakken crêpe in met een beetje bakolie op een stuk
keukenpapier. Zo verwijdert u de resten van de vorige crêpe en voorkomt u dat de
nieuwe crêpe aanbakt.
• Wanneer de beslagverdeler (10) vochtig is gemaakt, is het makkelijker het beslag te
verdelen. Zet daarom de beslagverdeler (10) na het verdelen in een kom met warm
water.
96 - Nederlands