sinaasappelsaus
4
sinaasappels, onbehandeld
24
klontjes suiker
60 g
boter, gesmolten
2
citroen (sap)
2 el
geschaafde amandelen
50 ml
sinaasappellikeur om te flamberen (alcoholgehalte min. 40 %)
Bereiding:
` Smelt de boter en laat deze iets afkoelen.
` Zeef de bloem in een kom en meng deze vervolgens met alle ingrediënten. Roer het tot
een glad beslag ontstaat en laat dit minstens 30 minuten staan.
` Roer het beslag daarna nog een keer door en controleer de consistentie. Het beslag
moet nu een licht stroperige consistentie hebben. Verdun het eventueel met een beet-
je water.
Voor de sinaasappelsaus gaat u als volgt te werk:
` Rasp de sinaasappelschil en pers vervolgens de sinaasappels.
` Smelt de suikerklontjes in een pan en laat ze goudgeel karamelliseren.
` Voeg het sinaasappelsap en citroensap met de geraspte sinaasappel toe en laat dit
1-2 minuten koken.
` Vet de bakplaat (1) in vóór het bereiden van elke afzonderlijke crêpe.
` Bak de crêpes op verwarmingsstand 3–4 gedurende circa 45-60 seconden per kant,
zoals is beschreven in "8.2. Crêpes bakken" op blz. 95. Verlaag eventueel de ver-
warmingsstand, afhankelijk van de gewenste bruiningsgraad.
` Vouw de crêpes telkens twee keer op een bord. Bedek ze met de sinaasappelsaus en
laat 1-2 minuten trekken.
` Bestrooi met stukjes amandel. Schep de opgewarmde sinaasappellikeur in een sausle-
pel, steek deze aan met een lucifer (flamberen) en schenk het vervolgens over de crê-
pes.
` Serveer brandend.
Nederlands -99