Hoofdstuk 2: De instellingen voor het aanraakscherm configureren
Nadat u zich vertrouwd heeft gemaakt met de onderdelen van het Fluent-vloeistofmanagementsysteem bent u klaar om de
aanraakscherminstellingen te configureren. In dit hoofdstuk wordt het configureren van de aanraakscherminstellingen beschreven.
Het Fluent-vloeistofmanagementsysteem inschakelen
WAARSCHUWING!
Ter voorkoming van elektrische schokken mag deze apparatuur uitsluitend worden aangesloten op een geaarde
wandcontactdoos.
WAARSCHUWING!
De apparatuur moet zodanig worden gepositioneerd dat het netsnoer
eenvoudig kan worden losgekoppeld.
Ga als volgt te werk om het systeem in te schakelen.
1.
Sluit het netsnoer aan op de achterzijde van het Fluent-vloeistofmanagementsysteem.
2.
Sluit het netsnoer rechtstreeks aan op een wandcontactdoos met het juiste vermogen voor
het Fluent-vloeistofmanagementsysteem.
3.
Druk de bovenzijde van de aan/uit-schakelaar aan de achterzijde van het systeem in de
aan-positie (|). Het systeem doorloopt een opstartprocedure en opent vervolgens het scherm
System Setup (Systeeminstallatie) (scherm 1).
Opmerking:
Druk op elk gewenst moment op het Help-pictogram ( ) om stapsgewijze instructies op het aanraakscherm weer te geven.
De instellingen configureren
Wanneer u het systeem voor de eerste maal inschakelt, wordt het scherm System Setup
(Systeeminstallatie) geopend.
Druk op het pictogram Instellingen ( ) om de systeeminstellingen te configureren. Het scherm
Settings (Instellingen) wordt geopend, zoals getoond in scherm 2. Gebruik het scherm Settings
(Instellingen) om:
• De taal voor weergave te selecteren
• De helderheid van het aanraakscherm aan te passen
• Het luidsprekervolume voor attenderingen aan te passen
• Aanvullende systeeminformatie te tonen
Ga als volgt te werk om de instellingen te configureren:
• De taal wordt geconfigureerd door op de pijltoets omlaag te drukken en de gewenste taal te selecteren.
• De helderheid wordt verhoogd of verlaagd door op het plus- of min-teken te drukken.
• Het volume wordt verhoogd of verlaagd door op het plus- of min-teken te drukken.
• De informatie van de laatste procedure wordt geopend door op Last Procedure (Laatste procedure) te drukken.
Nadat de aanraakscherminstellingen zijn geconfigureerd, kunnen de onderdelen van het Fluent-vloeistofmanagementsysteem worden
aangesloten. In het volgende hoofdstuk wordt het aansluiten van de onderdelen van het Fluent-vloeistofmanagementsysteem besproken.
Nederlands
Fluent-vloeistofmanagementsysteem
Hoofdstuk 2: De instellingen voor het aanraakscherm configureren
Scherm 1: Scherm System Setup
(Systeeminstallatie)
Scherm 2: Scherm Settings (Instellingen)
17